3.
Draai de spanmoer vaster of losser om de lengte
van de veer in te stellen op 7 cm zoals in
29.
1. Contramoer
2. Spanmoer
4.
Draai de contramoer vast
dat de kabel onder enige spanning staat.
5.
Neem contact op met een erkende servicedealer
als de kabel van de boor/rotor juist is afgesteld
maar een probleem zich blijft voordoen.
Het oliepeil in de
tandwielkast van de boor
controleren
Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Controleer het
oliepeil in de tandwielkast van de
boor en voeg olie toe indien nodig.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Maak schoon rond de buisplug
Figuur 29
3. Veer
4. 7 cm
(Figuur
29), verzeker
(Figuur
Figuur
1. Buisplug
3.
Verwijder de buisplug uit de tandwielkast.
4.
Controleer het oliepeil in de tandwielkast. De
olie moet 9,5 mm onder de vulopening staan.
5.
Als het oliepeil laag is voeg dan GL-5 of GL-6,
SAE 80-90 EP tandwielkastolie toe aan de
g031000
tandwielkast, totdat de olie 9,5 mm onder de
vulopening staat.
Opmerking:
6.
Breng de buisplug aan in de tandwielkast.
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 5
Jaarlijks—De motorolie verversen.
Laat indien mogelijk de motor gedurende een aantal
minuten lopen vlak voordat u de olie ververst. Warme
olie stroomt gemakkelijker en voert verontreinigingen
beter mee.
Motoroliecapaciteit
Olieviscositeit
API-classificatie
30).
*Er zit nog resterende olie in het carter nadat u de
olie hebt laten uitlekken. Giet niet de volledige inhoud
olie in het carter. Vul het carter bij met olie zoals
aangegeven in de volgende stappen.
Gebruik
Figuur 32
beste olieviscositeit is voor het verwachte bereik van
de buitentemperatuur:
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2.
Maak de omgeving van de olieaftapplug schoon
(Figuur
22
Figuur 30
Gebruik geen synthetische olie.
bedrijfsuren—De motorolie
verversen.
Model 38814: 0,6 liter*, Model
38819: 0,7 liter*
Zie
Figuur
SJ of hoger
hieronder om te bepalen wat de
31).
g016782
32.