Standaardmodel
De motor afzetten
Bediening van de
tractieaandrijving
VOORZICHTIG
Als de tractieaandrijving niet juist is afgesteld,
kan de machine in de verkeerde richting rijden
en letsel en/of materiële schade veroorzaken.
Controleer de tractieaandrijving zorgvuldig
en stel deze indien nodig op de juiste manier
af; zie
De tractiekabel controleren en afstellen
(bladz. 21)
voor meer informatie.
Belangrijk:
Als de machine beweegt terwijl de
tractiehendel niet bediend wordt, controleer dan
de tractiekabel; zie
De tractiekabel controleren en
afstellen (bladz. 21)
of breng de machine naar een
erkende servicedealer voor onderhoud.
Figuur 16
Figuur 17
1.
Druk de linker hendel (tractie) in naar de
handgreep om de tractieaandrijving in te
schakelen
2.
Laat de tractiehendel los om de tractieaandrijving
uit te schakelen.
15
(Figuur
18).
Figuur 18
g254928
g252411
g001011