Gids voor snelle referentie
SonoSite SII
ultrasoon systeem
Scannen
Beeldvormingsmodi
2D (standaard): basisscanmodus in 2D.
M mode (M-modus): geeft beweging weer binnen het 2D-beeld. Wordt vaak
gebruikt om structuren in het hart te meten.
Color (Kleur): het gebied binnen het vak geeft de bloedstroom in kleur weer.
Wordt vaak gebruikt om de aanwezigheid en richting van de bloedstroom te
tonen.
Doppler: laat een spectrum van flowsnelheden in de loop van de tijd zien. Wordt
vaak gebruikt om alle typen beweging weer te geven, inclusief de bloedstroom
en beweging van weefsel.
Een basisscan uitvoeren
1 Schakel het systeem in. Het systeem start in de 2D-modus.
2 Kies een beeldvormingsmodus en voer een scan uit.
3 Pas de bedieningselementen aan om het beeld te optimaliseren en functies
weer te geven.
4 Met de knoppen
en
kunt u beelden en clips opslaan.
M Mode-beeldvorming gebruiken
1 Tik op de
-toets om M-modus weer te geven.
M
2 Sleep uw vinger over het touchpad of het aanraakscherm om de M-lijn te
positioneren.
3 Tik nogmaals op de toets
om de M-modetrace weer te geven.
M
4 Om de doorloopsnelheid te veranderen, tikt u meerdere malen op de
'bedieningstoets'-toets om te schakelen tussen Slow (Langzaam), Med
(Gemiddeld) en Fast (Snel).
5 U kunt schakelen tussen de M-lijn en de trace van de M-modus door op Update
(Bijwerken) te tikken.
Pagina 5 van 10
P25784-03
Gids voor snelle referentie
SonoSite SII
ultrasoon systeem
Kleurenbeeldvorming gebruiken
1 Tik op de
C
-toets om naar de kleurenmodus te gaan.
2 Indien u de Color Power Doppler (CPD) wilt wijzigen, tikt u op
aanraakscherm.
3 Sleep uw vinger over het touchpad of aanraakscherm om de M-lijn te
positioneren of de grootte van het ROI-vak (Region of Interest, aandachtsgebied)
aan te passen.
4 Tik op Position (Positie) en Size (Grootte) om tussen positie en grootte te
schakelen.
Doppler-beeldvorming gebruiken
De standaard Doppler-beeldvormingsmodus is PW Doppler.
1 Tik op het Doppler-bedieningselement onderaan het aanraakscherm.
2 Sleep uw vinger op het touchpad of aanraakscherm om de D-lijn en gate te
positioneren.
3 De hoek of grootte van de gate aanpassen: Druk meerdere malen op de rechter
knop of tik op het bedieningselement op het scherm boven de knop totdat Gate
of Angle (Hoek) verschijnt en draai de knop om de grootte van de gate of de
hoek aan te passen.
4 Om de spectrale trace weer te geven, tikt u op PW Dop (Pulsed Wave Doppler,
pulsgolf doppler), CW Dop (Continuous Wave Doppler, Continue golf dopples)
en TDI Dop (Tissue Doppler Imaging, dopplerbeeldvorming voor weefsel) en
daarna op Update (Bijwerken). U kunt ook het volgende doen:
5 Om de doorloopsnelheid te veranderen, tikt u meerdere malen op de
bedieningstoets om te schakelen tussen Slow (Langzaam), Med (Gemiddeld) en
Fast (Snel).
Tik op Update (Bijwerken) om tussen de D-lijn en de spectrale trace te
wisselen.
Versterking en diepte aanpassen
In scanmodus:
Draai de linkerknop om de versterking aan te passen.
Draai de rechterknop om de diepte aan te passen.
Pagina 6 van 10
P25784-03
onderaan het
CPD