10
Instellingen
10.5
Hef-/neerlaatsnelheid van de hydraulische cilinders instellen
KMG000-039
Via de ontlastingsveren (1) wordt de bodemdruk van de maaibalk aan de plaatselijke
omstandigheden aangepast. Om de graszode te ontzien, moet de maaibalk zover worden
ontlast dat hij bij het maaien niet springt, maar ook op de ondergrond geen sleepsporen
achterlaat.
Bodemdruk verhogen/verlagen
ü De machine bevindt zich in de transportstand.
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
De contramoer (5) losmaken.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door losscheuren van de ontlastingsveer.
De draadeinden (2) van de ontlastingsveren (1) nooit verder dan maat X = 80 mm uitdraaien.
Om de bodemdruk te verhogen, maat X groter maken.
Om de bodemdruk te verlagen, maat X kleiner maken.
De contramoer (5) aanhalen.
Maat X aan alle ontlastingsveren gelijk instellen.
10.5
Hef-/neerlaatsnelheid van de hydraulische cilinders instellen
KMG000-036
Via de reductieklep (3) wordt de hef-/neerlaatsnelheid van de werkstand in de wendakkerstand
en omgekeerd ingesteld.
Via de reductieklep (4) wordt de hef-/neerlaatsnelheid van de wendakkerstand in de
transportstand en omgekeerd ingesteld.
ü De machine bevindt zich in de werkstand,
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
De zeskantmoer (1) losdraaien.
72
zie
Pagina 25.
zie
Pagina 60.
zie
Pagina 25.
Originele handleiding 150000711_03_nl
EasyCut B 970