Vervangen slang
Gebruik voor het aan- en afschroeven van de hogedrukslan-
gen (4) het bijgeleverde schroefhulpmiddel (9). Dit waarborgt
het noodzakelijke aanhaalmoment en voorkomt beschadigin-
gen van de schroefkoppeling door verkeerd gereedschap.
Gasrestanten: niet roken, geen open vuur!
– Sluit de gasfleskraan (1).
– Schroef de hogedrukslang (3) van de gasfles (2 / of van de
adapter) en van de inlaat van het gasfilter / de DuoControl
af.
Overtuig u er bij het vervangen van de slang van dat de
bij de slang geleverde afdichting (uitlaat slang – gasfilter /
inlaat gasdrukregelaar) correct is geïnstalleerd en niet is
beschadigd.
Wij adviseren om de pakking G 13 (art.-nr. 50020-76300)
bij elke vervanging van de slang te vernieuwen.
– Schroef de (per land specifieke) hogedrukslang (3) op de
inlaat van het gasfilter (4 / de DuoControl en op de gasfles
(2 / of op de adapter).
– Draai de kraan van de gasfles (1) open.
– Controleer de slangaansluiting op de kraan van de fles
en de inlaat van het gasfilter / de DuoControl na elke
verandering op lekkage (zie „Controle lekkage van het
hogedrukgedeelte").
6
Gebruik met slechts één gasfles
De DuoControl kan ook met slechts één gasfles worden ge-
bruikt. In de inlaat geïntegreerde terugslagkleppen voorkomen
het wegstromen van gas uit de niet gebruikte aansluiting.
Bij het gebruik met één fles moet de vrije ingang met behulp
van de bijgeleverde blinde plug (messing) worden afgesloten.
– Zet de draaiknop (11) in de richting van de in gebruik zijnde
fles.
Controle lekkage van het hogedrukgedeelte
De schroefkoppelingen van de hogedrukslangen moeten bij
de gasfleskraan en bij het gasfilter / de DuoControl met ge-
schikte middelen – bijvoorbeeld met een lekzoekspray volgens
EN 14291 – worden gecontroleerd op lekkage. De gebruiker is
daarvoor verantwoordelijk.
Controle lekkage van het lagedrukgedeelte
(maximale testdruk 150 mbar)
Controle uitsluitend door een geschoold technicus
De gasslang en de gasfles moeten zijn aangesloten.
– Alle verbruikers uitzetten.
– Afsluiters en eventueel de gasafstandsschakelaar openen.
– Met de Torx T20 (10) van het schroefhulpmiddel (9) de re-
setknop rechtsom in de stand „niet gebruiksklaar" draaien.
– De schroefdop (8) van de testaansluiting afschroeven en de
testpomp met de testslang op de testaansluiting aansluiten.