INSTALLATIE
DEMONTAGE EN TERUGPLAATSING VAN DE VOORPANEEL EN DE
BRANDERDEKSEL
Voorwaarden
•
Stroomtoevoer onderbroken
Demontageprocedure
Voorpaneel
1.
Draai 1 schroef (1) bovenaan het voorpaneel los. Houd deze bij om het voorpaneel opnieuw te
monteren.
2.
Trek de bovenkant van het paneel naar u toe, tot de twee pinnen los komen uit de montagegleuven
aan de rechtse en linkse kant van het toestel.
3.
Hef het voorpaneel vervolgens omhoog.
Brander deksel
Om toegang te krijgen tot de schroeven van de branderdeksel moet het voorpaneel eerst
verwijderd worden.
1.
Verwijder de 3 schroeven (2) aan de bovenkant van het deksel. Houd deze bij om het deksel op-
nieuw te monteren.
2.
Verwijder de branderdeksel voorzichtig.
Terugplaatsingsprocedure
Brander deksel
Het
branderdeksel
moet
eerst
gemonteerd worden alvorens het
voorpaneel te installeren.
1.
Plaats het deksel voorzichtig over de
brander.
2.
Plaats en draai de 3 schroeven (2) vast
aan de bovenkant van het deksel.
Voorpaneel
1.
Plaats de onderkant van het voorpaneel
in positie in het branderdeksel, en duw
het paneel in de voorziene fixatiepin-
nen.
2.
Plaats en draai 1 schroef (1) vast aan de
bovenkant van het voorpaneel.
GASAANSLUITING
Belangrijke instructies voor de veiligheid
•
•
•
•
•
1
x1
Belangrijke instructie voor een correcte werking van het toestel
•
•
2
•
x3
•
•
•
HeatMaster 201: A1004320 - 664Y7500 • A_0321
De gasaansluiting moet in overeenstemming met de geldende lokale voorschriften en
normen uitgevoerd worden, en dat het gas circuit dient uitgerust te worden met een
gasdrukregelaar.
De gasbrander is in de fabriek ingesteld voor aardgas [gelijkwaardig met G20].
De conversie van aardgas naar propaan of omgekeerd is niet toegestaan.
De regeling van de CO
, het gasverbruik, het luchtverbruik en de lucht- en gastoevoer
2
worden in de fabriek ingesteld en mogen in België niet worden gewijzigd, behalve voor
ketels van type I 2E(R)B.
Wijzig de instelling van de OFFSET van de gasklep niet: deze wordt in de fabriek ingesteld
en verzegeld.
Raadpleeg de technische kenmerken van deze handleiding of de handleiding van de
brander om de aansluitdiameter te kennen.
Ontlucht de gasleiding en controleer zorgvuldig de dichtheid van alle leidingen van de
ketel, zowel intern als extern.
Controleer of het type gas en de druk van het distributienetwerk in overeenstemming
zijn met de toestelinstellingen. Verwijzen naar de technische gegevens in het hoofdstuk
"Technische kenmerken".
Controleer de elektrische aansluiting van het toestel, de ventilatie van de stookruimte, de
dichtheid van de rookgasafvoerkanalen en de dichtheid van de vuurhaarddeur.
Controleer de gasdruk en het gasverbruik bij het opstarten van het toestel.
Controleer de CO
instelling van het toestel (verwijzen naar de instellingsprocedure en de
2
technische gegevens).
EN
FR
NL
ES
IT
DE
PL
RU
nl
27