6. Sluit de kabels van de I/O-kaart aan op het moederbord.
7. Plaats de kabelklem terug (zie
8. Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie
9. Plaats de draadloze kaart terug als deze was verwijderd (zie
10. Plaats de NVRAM-module terug als deze was verwijderd (zie
11. Plaats de warmteafleider van de processor terug (zie
12. Plaats de houder met de vaste schijf terug indien deze was verwijderd (zie
13. Volg de procedure in
Nadat u aan de computer hebt
14. Start de computer opnieuw op en ga naar het BIOS-programma om de opties naar wens in te stellen (zie
Terug naar inhoudsopgave
De kabelklem
terugplaatsen)
Een geheugenmodule
terugplaatsen).
De draadloze kaart
De NVRAM- module
De warmteafleider van de processor
gewerkt.
terugplaatsen).
terugplaatsen).
terugplaatsen).
De houder met de vaste schijf
terugplaatsen).
Het BIOS Setup-programma
openen).