Beschermd gebied en belangrijke aanwezigheidszones
Als de operator of het personeel tijdens de belichting niet dicht bij de patiënt
hoeft te zijn, moeten zij vanuit het beschermde gebied de volgende functies te
bedienen:
• selectie van werkingsmodus
• selectie van belichtingsinstellingen (röntgenbelastingsfactoren)
• bediening van de belichtingsknop
• andere benodigde bedieningselementen voor de operator tijdens de
belichting
6
Röntgenkamer
1.
Patiëntomgeving
2.
Werkstation
3.
Operatorkamer: beschermd gebied
4.
Afbeelding 2: Beschermd gebied en belangrijke aanwezigheidszones
Als de operator of het personeel tijdens normaal gebruik dicht bij de patiënt
moet zijn (bijvoorbeeld tijdens onderzoeken van kinderen of onderzoeken
waarbij de patiënt hulp nodig heeft), moeten de operator en het personeel
gebruikmaken van de belangrijke aanwezigheidszones.
Houd de maximale afstand aan tot de röntgenbron en tot het object dat
verstrooide straling produceert. De intensiteit van strooistraling is afhankelijk
WAARSCHUWING:
De patiënt moet geschikte stralingsbeschermende kleding
dragen.
DR 400 (radiografisch wandstatief) | Inleiding | 17
1
2
3
4
3256C NL 20221124 1627