5 Installatie
5.2.3
Veiligheidsgroep installeren
1.
Installeer in de koudwaterleiding een toegestane veilig-
heidsgroep (niet meegeleverd) om ervoor te zorgen dat
de toegestane bedrijfsdruk niet overschreden wordt.
–
Veiligheidsgroep: 0,6 MPa (6,0 bar)
2.
Installeer de veiligheidsgroep zo dicht mogelijk tegen de
koudwateringang van het product.
3.
Zorg ervoor dat de koudwateringang niet gehinderd
wordt door een onderdeel (schuif, drukregelaar etc.).
4.
Zorg ervoor dat de aftapvoorziening van de veiligheids-
groep niet verstopt is.
Aanwijzing
De aftapvoorziening van de veiligheidsgroep
moet voldoen aan de richtlijnen van de alge-
meen geldige voorschriften.
5.
Plaats de slang van de veiligheidsklep op een tegen
vorst beschermde plaats. Plaats de slang met verval
en zodanig, dat hij vrij in een trechter uitmondt (20 mm
afstand). De afvoer moet zichtbaar zijn.
6.
Als de koudwatertoevoerdruk hoger dan 0,5 MPa (5,0
bar) is, moet u een drukregelaar voor de veiligheids-
groep in de koudwateringang installeren.
–
Aanbevolen druk: 0,4 ... 0,5 MPa (4,0 ... 5,0 bar)
7.
Installeer een afsluitkraan voor de veiligheidsgroep.
5.2.4
Roestvorming en verkalking vermijden
1.
Gebruik voor het warmwatercircuit alleen de volgende
materialen, die geschikt zijn voor drinkwater.
–
Koper
–
Roestvrij staal
–
Messing
–
Polyethyleen
2.
Sluit de watervoerende leidingen met diëlektrische aan-
sluitingen (zelf te monteren) aan, om galvanische brug-
gen te vermijden.
3.
Neem de geldende normen, vooral m.b.t. hygiënevoor-
schriften en drukveiligheid, in acht.
4.
Installeer geschikte thermostatische mengkranen en
kies de warmwatertemperatuur zo, dat niemand in ge-
vaar wordt gebracht, om verbrandingsgevaar door te
heet warm water te vermijden.
5.
Als de waterhardheid van het water boven het toege-
stane maximum ligt, moet u het water met een onthar-
der volgens de algemeen geldige voorschriften zuive-
ren.
–
max. waterhardheid: ≥ 1,96 mol/m³
6.
Zorg ervoor dat het water op de volgende punten over-
eenkomt met de algemeen geldige voorschriften.
–
Chloridegehalte
–
specifieke elektrische weerstand (tussen 2200 en
4500 ohm/cm)
–
Waterhardheid: 1,25 ... 3,03 mol/m³
Aanwijzing
Als deze punten niet in acht zijn genomen of
als de waterkwaliteit geen correcte behande-
ling in het kader van de wettelijke voorschrif-
ten toeliet, geeft de fabrikant in geval van
schade geen garantie.
14
5.2.5
Condenswaterafvoer aansluiten
1.
Neem de plaatselijk geldende regels en voorschriften
m.b.t. condensafvoer in acht.
2.
Verbind de condensafvoerleiding (1) met een voorgeïn-
stalleerde afvoersifon (2).
3.
Plaats de condensafvoerleiding met verval en zonder
knikpunten.
4.
Vul de afvoersifon met water.
5.
Laat een kleine afstand vrij tussen het einde van de
condensafvoerleiding en de afvoersifon.
6.
Zorg ervoor dat de condensafvoerleiding niet luchtdicht
met de afvoersifon verbonden is.
7.
Controleer of de condens foutloos kan wegstromen.
Installatie- en onderhoudshandleiding Magna Aqua 0020238971_01
1
2