Bij dit installatietype wordt de kamer als energiecollector
gebruikt. De kamer wordt gekoeld door de buitenlucht die
via de ventilaties naar binnen stroomt.
–
Ruimtevolume opstelplaats: ≥ 20 m³
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door con-
densatievorming aan de buitenkant van
de buis!
Het temperatuurverschil tussen de in de buis
stromende lucht en de lucht in de opstel-
ruimte kan tot condensatievorming aan het
buitenste oppervlak van de buis leiden.
▶
Gebruik luchtbuizen met een geschikte
warmte-isolatie.
▶
Vermijd een onderdruk in de opstelruimte om ervoor te
zorgen dat de lucht uit omliggende verwarmde kamers
niet wordt aangezogen.
▶
Controleer of de bestaande ventilaties de onttrokken
luchthoeveelheid kunnen compenseren.
–
Luchthoeveelheid: ≥ 450 m³/h
▶
Tel bij de onttrokken luchthoeveelheid de doorvoerca-
paciteit op die voor de normale ventilatie van de opstel-
ruimte nodig is.
▶
Pas de ventilaties eventueel aan.
5.1.4
Zonder leidingsysteem installeren
1
1
Buiten
2
Binnen (verwarmd of
niet verwarmd)
De lucht wordt in dezelfde kamer weggenomen en afge-
voerd.
Bij dit installatietype wordt de kamer als energiecollector
gebruikt. De kamer wordt gekoeld door de koude en droge
lucht die door het product wordt afgegeven.
0020238971_01 Magna Aqua Installatie- en onderhoudshandleiding
2
3
3
Ventilatie
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door vorst
in het huis
Ook bij buitentemperaturen boven 0 °C be-
staat gevaar voor vorst in de opstelruimte.
▶
Gebruik een geschikte warmte-isolatie
om leidingen en andere elementen die
gevoelig zijn voor kou in de opstelruimte
te beschermen.
Houd de minimumafstand tussen de bovenkant van het pro-
duct en het plafond aan om te voorkomen dat de door het
product afgegeven koude lucht terugstroomt.
–
Grondoppervlakte van de opstellingsruimte: 20 m²
–
Minimale ruimtehoogte: ≥ 2,20 m
5.2
Wateraansluitingen installeren
5.2.1
Hydraulische installatie
▶
Gebruik platte afdichtingen.
–
Draaimoment: ≤ 20 Nm
5.2.2
Aansluiting warmwaterboiler
2
1
1.
Gebruik voor de aansluiting van de watervoerende lei-
dingen alleen diëlektrische aansluitingen (zelf te monte-
ren), om de galvanische scheiding te garanderen.
2.
Sluit de koudwaterleiding aan (1).
3.
Sluit de warmwateraanvoer op (2) aan.
4.
Voer een dichtheidscontrole van alle aansluitingen uit.
Installatie 5
13