Printer onderhouden
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
4
Open de WPS-instellingen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd.
5
Voer de pincode van acht cijfers in en sla de wijzigingen op.
Een mobiel apparaat verbinden met de printer
Voordat u uw mobiele apparaat verbindt, moet u het volgende doen:
•
Inschakelen Wi-Fi Direct op de printer. Blader op het bedieningspaneel naar: Instellingen >
Netwerk/Poorten > Draadloos > Wi-Fi Direct inschakelen.
•
De vooraf gedeelde sleutel (PSK) weergeven op de Pagina Netwerkinstellingen. Blader op het
bedieningspaneel naar: Instellingen > Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > PSK tonen op de
instellingenpagina.
•
De Pagina Netwerkinstellingen afdrukken. Blader op het bedieningspaneel naar: Instellingen > Rapporten
> Netwerk > Pagina Netwerkinstellingen.
Verbinden via Wi‑Fi Direct
1
Ga op het mobiele apparaat naar het instellingenmenu.
2
Schakel Wi-Fi in en tik daarna op Wi-Fi Direct.
3
Selecteer de SSID van de printer.
4
Bevestig de verbinding op het bedieningspaneel van de printer.
Verbinding maken via Wi-Fi
1
Ga op het mobiele apparaat naar het instellingenmenu.
2
Tik op Wi-Fi en selecteer de SSID van de printer.
Opmerking: De tekenreeks DIRECT-xy (waarbij x en y twee willekeurige tekens zijn) wordt toegevoegd
vóór de SSID.
3
Voer de PSK in.
Opmerking: De PSK is het wachtwoord.
Opmerkingen:
•
U kunt de SSID ook wijzigen op het bedieningspaneel van de printer. Ga naar: Instellingen >
Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > SSID.
•
U kunt de PSK ook wijzigen op het bedieningspaneel van de printer. Ga naar: Instellingen >
Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > PSK instellen.
Het Wi-Fi-netwerk uitschakelen
1
Selecteer in het startscherm Instellingen > Netwerk/poorten > Netwerkoverzicht > Actieve Adapter >
Standaardnetwerk.
2
Volg de aanwijzingen op de display.
86