Storingen, oorzaak en remedie
Uw maaimachine is ontworpen en gefabriceerd voor een probleemloze werking. Controleer zorgvuldig de volgende
onderdelen en artikelen, en zie Onderhoud, blz. 17 voor meer informatie. Indien een probleem zich blijft voordoen, moet u
contact opnemen met een erkende Service Dealer.
Probleem
Motor start niet
Motor start moeilijk of
verliest vermogen
g
De motor loopt
onregelmatig
g
g
Mogelijke oorzaken
1. Brandstoftank leeg of oude benzine
in het brandstofsysteem.
2. De gashendel staat niet op Choke.
3. De kabel is niet aangesloten op de
bougie.
4. De bougie is aangetast, vuil, of de
elektrodenafstand is niet correct
afgesteld.
1. De brandstoftank bevat oude
benzine.
2. De ventilatieopening in de
brandstoftankdop is verstopt.
3. De luchtfilterelementen zijn vuil en
belemmeren de luchtstroom.
4. De onderkant van de maaikast is
bedekt met maaisel en rommel.
5. De bougie is aangetast, vuil, of de
elektrodenafstand is niet correct
afgesteld.
6. Het motoroliepeil is te laag of de olie
is vuil.
1. De kabel is niet aangesloten op de
bougie.
2. De bougie is aangetast, vuil, of de
elektrodenafstand is niet correct
afgesteld.
3. De gashendel staat niet op Snel.
4. De luchtfilterelementen zijn vuil en
belemmeren de luchtstroom.
27
Remedie
1. Brandstoftank aftappen en/of vullen
met verse benzine. Neem contact
op met een erkende Service Dealer,
als het probleem blijft voortduren.
2. De gashendel op Choke zetten.
3. Sluit de kabel aan op de bougie.
4. De bougie controleren en indien
nodig de elektrodenafstand
afstellen. De bougie vervangen als
deze aangetast, vuil of gebarsten is.
1. Brandstoftank aftappen en vullen
met verse benzine.
2. De ventilatieopening van de
brandstoftankdop reinigen of dop
vervangen.
3. Luchtfilterelementen reinigen.
4. De onderkant van de maaikast
reinigen.
5. De bougie controleren en indien
nodig de elektrodenafstand
afstellen. De bougie vervangen als
deze aangetast, vuil of gebarsten is.
6. Het motoroliepeil controleren. Olie
verversen als deze vuil is of olie
bijvullen als het oliepeil te laag is.
1. Sluit de kabel aan op de bougie.
2. De bougie controleren en indien
nodig de elektrodenafstand
afstellen. De bougie vervangen als
deze aangetast, vuil of gebarsten is.
3. De gashendel op Snel zetten.
4. Luchtfilterelementen reinigen.