Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Smering Van De Draaiarmen; Zelfaandrijving Afstellen; Motorolie Verversen - Toro ProLine 53cm Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Smering van de draaiarmen

Om de 25 bedrijfsuren of bij het einde van het seizoen
moeten de draaiarmen worden gesmeerd.
1. Zet de maaihoogtehendels van de achterwielen in de
middelste afstelling.
2. Veeg de smeernippels af met een schone doek
(Fig. 29).
Figuur 29
1. Smeernippel
3. Zet de vetspuit op de smeernippel en pomp er
voorzichtig twee à drie slagen Nr 2 smeervet op
lithiumbasis voor algemene doeleinden in (Fig. 29).
Opmerking: Inpompen van vet met te hoge druk kan
schade aan de afdichtingen veroorzaken.

Zelfaandrijving afstellen

Als de zelfaandrijving niet werkt of de machine de
neiging heeft om voorwaarts te kruipen als de
bedieningsstang zich meer dan 3,8 cm van de handgreep
bevindt, moet u de bedieningsknop voor de
wielaandrijving op de achterkant van de tandwielkast
afstellen (Fig. 30).
Figuur 30
1. Bedieningsknop
1. Sluit het deurtje van de maaikast en verwijder de
grasvanger.
2. Draai de bedieningsknop een !/2 slag naar rechts als de
zelfaandrijving van de maaimachine niet werkt. Als de
machine voorwaarts kruipt, moet u de bedieningsknop
een !/2 slag naar links draaien om de riem losser te
zetten (Fig. 30).
3. Trek de maaimachine langzaam naar achteren terwijl u
Opmerking: De afstelling is correct als de achterwielen
ophouden te draaien en de bedieningsstang voor de
zelfaandrijving zich ongeveer 2,5 cm van de handgreep
bevindt (Fig. 31).
1. 2,5 cm
1
m-232

Motorolie verversen

Ververs de olie na de eerste vijf bedrijfsuren (of de eerste
maand) en daarna om de 50 bedrijfsuren (of om de
6 maanden).
1. Laat de motor eerst lopen zodat de motorolie wordt
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
3. Maak de bougiekabel los van de bougie (Fig. 7).
4. Plaats een geschikte opvangbak onder de
1
m-228
5. Maak de omgeving van de peilstok schoon.
6. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien
7. Hef de linker zijde van de maaimachine op om de olie
8. Nadat de olie is afgetapt, zet u de maaimachine terug
9. Vul het carter met nieuwe olie, totdat het peil de
23
de bedieningsstang voor de zelfaandrijving geleidelijk
in de richting van de handgreep beweegt.
1
Figuur 31
opgewarmd.
Opmerking: Warme olie is vloeibaarder en voert
vervuilingen beter mee.
Waarschuwing
De olie kan heet zijn nadat de motor heeft
gelopen; contact met hete olie kan ernstig
brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met hete motorolie als u deze
aftapt.
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
peilstok/aftapdop (Fig. 7).
en eruit te trekken.
uit de vulbuis in de opvangbak te laten lopen.
in de werkstand.
markering voor het maximumpeil op de peilstok
bereikt. Zie Carter met olie bijvullen, blz. 9.
m-513a

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

22168te

Inhoudsopgave