2.1.1
flexFeed
®
De flexFeed
is het invoergedeelte van het systeem. Er zijn twee typen feeders
beschikbaar: de automatische en de speciale feeder. De automatische feeder hoeft niet te
worden ingesteld voor de scheiding. De flexFeed
control. Op deze manier kan het systeem foutieve documentsets ontdekken. De flexFeed
is uitgerust met een magazijnoverschakeling. Dit wil zeggen dat twee feeders paarsgewijs
kunnen worden gekoppeld. Als de eerste feeder leeg is, schakelt het systeem over op de
andere feeder. Tegelijkertijd kan de andere lege feeder worden bijgevuld zonder het
systeem te onderbreken. Het is ook mogelijk meerdere documenten vanaf één feeder in te
voeren. Op deze manier kunnen meerdere documenten vanaf één station worden
ingevoerd, bijvoorbeeld een origineel en een kopie van een document.
De bovenste automatische feeder is voorzien van een functie voor dagpost voor het
verwerken van documenten of documentsets die niet automatisch kunnen worden
verwerkt (bijvoorbeeld geniete documenten).
2.1.2
Verzamelplaatsgebied (2)
Na invoer worden de documenten verzameld en in het verzamelplaatsgebied geschikt.
2.1.3
powerFold
®
De powerFold
-eenheid vouwt de documenten. De volgende vouwtypen zijn mogelijk (zie
9. "Terminologie" op pagina 55):
•
Geen vouw
•
Enkelvouw
•
Wikkelvouw
•
Zigzagvouw
•
Dubbele parallelvouw
2.1.4
Envelopfeeder (4)
De enveloppen worden gepakt en getransporteerd naar de invoegpositie binnen het systeem.
2.1.5
Vulsysteem (5)
De documenten worden, na te zijn gevouwen, getransporteerd naar het vulsysteem waar
de documenten in de gereedliggende envelop worden gedaan. Het vulsysteem verzegelt
de envelop vervolgens.
6
®
(1)
®
(3)
®
is uitgerust met een double feed
®