Term
Documentset
DFC (Double
Feed Control)
Dubbele
parallelvouw
Envelop
Bedrukte zijde
onder
Bedrukte zijde
onder, kop voor
Bedrukte zijde
onder, voet voor
Bedrukte zijde
boven
Bedrukte zijde
boven, kop voor
Bedrukte zijde
boven, voet voor
56
Beschrijving
De documentset is de fysieke verzameling van de adresdrager en de
bijlage (n) die in productie is in het vulsysteem. De documentset
wordt voltooid tijdens productie en wordt in de envelop gedaan. Het
aantal bijlagen kan variëren van 0 tot de limiet die wordt bepaald door
het aantal beschikbare feeders. Zodra de documentset in een envelop
is gedaan, wordt deze postset genoemd.
DFC (Double Feed Control) is de sensor die de dikte van een blad meet
om te controleren of het vulsysteem niet per ongeluk meer bladen
neemt dan bedoeld. DFC-sensoren bevinden zich op feeders (detectie
van dubbele bladen). Momenteel voeren DFC's in Neopost-
vulsystemen relatieve metingen uit, wat betekent dat zij een cyclus
nodig hebben om de 'dikte' van een blad te leren.
De lengte van het document wordt ook gemeten zodat gedeeltelijk
overlappende bladen worden ontdekt.
De dubbele parallelvouw is een type vouw waarbij het document eerst
halverwege wordt gevouwen en de resulterende gevouwen set
opnieuw halverwege wordt gevouwen. Deze vouw wordt in de
onderstaande afbeelding geïllustreerd. De positie van beide vouwen
kan worden ingesteld.
De envelop is de verpakking van een postset. Vensterenveloppen zijn
enveloppen met een doorzichtig gedeelte waardoor het adres op de
adresdrager kan worden gelezen. Naast de gewone enveloppen die
aan de bovenkant sluiten, zijn er ook enveloppen die aan de onderkant
sluiten.
Situatie waarin de bedrukte zijde van een blad naar onder is gericht
als het blad in een documentfeeder wordt geplaatst.
Situatie waarin de bedrukte zijde van een blad naar onder is gericht en
de kop van het blad zich het dichtst bij de scheidingseenheid in een
documentfeeder bevindt.
Situatie waarin de bedrukte zijde van een blad naar onder is gericht en
de voet van het blad zich het dichtst bij de scheidingseenheid in een
documentfeeder bevindt.
Situatie waarin de bedrukte zijde van een blad naar boven is gericht
als het blad in een documentfeeder wordt geplaatst.
Situatie waarin de bedrukte zijde van een blad naar boven is gericht
en de kop van het blad zich het dichtst bij de separatie-eenheid in een
documentfeeder bevindt.
Situatie waarin de bedrukte zijde van een blad naar boven is gericht
en de voet van het blad zich het dichtst bij de separatie-eenheid in een
documentfeeder bevindt.