Bepaalde instellingen van het toestel
kunt u alleen in de instellingsmodus wij-
zigen.
Zit u in de instellingsmodus, wordt het
deuralarm of een andere foutmelding
automatisch onderdrukt; in het display
brandt echter wel alarmsymbool; .
Instellingen:
Vergrendeling in-/uitschakelen
Geluidssignalen in-/uitschakelen
Lichtsterkte van het display in-
stellen
Temperatuur in de PerfectFresh-
zone wijzigen
Sabbatmodus in- / uitschakelen
Hoe u de temperatuur in de
PerfectFresh-zone wijzigt, wordt be-
schreven in het hoofdstuk: "De juiste
temperatuur".
Alle bovenstaande mogelijkheden wor-
den hieronder beschreven.
Het wijzigen van instellingen
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat per ongeluk:
– het toestel wordt uitgeschakeld;
– een andere temperatuur wordt inge-
steld;
– de functie "SuperKoelen" wordt inge-
schakeld
– en dat instellingen worden gewij-
zigd.H et uitschakelen van de ver-
grendeling is natuurlijk wel mogelijk.
Hiermee kan worden voorkomen dat
bijv. kinderen iets aan de bediening van
het toestel veranderen.
Vergrendeling in-/uitschakelen
Tip de Aan/Uit - toets voor de instel-
lingsmodus aan.
In het display verschijnen alle symbolen
voor de instellingsmodus. Symbool
knippert.
Tip de OK - toets aan om uw keuze te
bevestigen.
In het display knippert de laatst inge-
stelde variant. Symbool brandt.
27