VIII. Controlelijst voorafgaand aan de duik
1. Plaats nieuwe of volledig opgeladen batterijen in de camera en flitser.
2. Controleer of instellingen van de camera en flitser juist zijn ingesteld en
dat de Flash Link optische kabel stevig is aangesloten.
3. Inspecteer de o-ring en verwijder stof, zand en ander vuil. Sluit
voorzichtig de waterdichte klep en zorg dat niets klem zit in het
verzegelde gebied en dat de o-ring op z'n plek schuift.
4. Neem een testfoto om te controleren of de flitser van de camera en de
externe flitser functioneren. Vergeet niet de camera en flitser uit te
schakelen om de batterijen te sparen.
5. Controleer kort of de camera waterdicht is voordat u het water in gaat
- Houd de camera en flitser onderwater. Als een gestadige, continue
stroom luchtbellen uit de camera of verzegeld gebied van de flitser
komt, haal de camera en flitser dan uit het water. Droog de camera en
flitser
Opmerking: Het is normaal dat enkele luchtbellen uit de beugel van de
flitser en andere plekken met lucht komen. De meeste boten voor
duikers hebben een bak met water voor onderwatercamera's.
6. Spring niet in het water met de camera in uw hand. Vraag iemand u de
camera te geven als u in het water bent.
30
af
en
controleer
op
lekkage.