● F5 luchtinlaat onder (versie II)
Verticaal toestel met behuizing Luchtinlaat onder en luchtuitlaat
boven. Kan op de vloer of aan de muur worden gemonteerd.
Luchtinlaat onderkant
● F3B ingebouwd (versie III)
Verticaal toestel zonder behuizing. Luchtinlaat onder en
luchtuitlaat boven. Geschikt voor ingebouwde installatie.
Luchtuitlaat
Elektrische
schakelkast
Luchtuitlaatlamelle
Voet
Luchtfilter
Fig.2-12.
Luchtinlaat
Luchtfilter
Fig.2-13.
3. WERKING EN PRESTATIES VAN
DE AIRCONDITIONER
Het temperatuurbereik waarbinnen het toestel stabiel werkt, is
weergegeven in tabel 3-1.
Tabel 3-1
Temperatuur
Modus
Koelingsmodus
Verwarmingsmodus
(indien aanwezig)
Het toestel presteert stabiel binnen het temperatuurbereik
dat is weergegeven in tabel 3-1. Als de binnentemperatuur
zich buiten het normale temperatuurbereik van het toestel
bevindt, kan het zijn dat het stopt met werken en een
foutcode aangeeft.
Verwarmingsmodus is alleen beschikbaar wanneer het
toestel verbonden is met een systeem dat warmte kan
leveren.
Om de gewenste temperatuur efficiënt te bereiken moeten:
- alle ramen en deuren gesloten zijn
- de luchtstroomrichting zijn afgesteld in de werkende stand
- het luchtfilter schoon zijn.
■ Merk op hoe u het beste energie kunt
besparen en het beste koeling/verwarming
kunt bereiken.
● Maak de luchtfilters aan de binnenkant van de
binnentoestellen regelmatig schoon.
controleer
regelmatig
5
Binnentemperatuur
17°C~32°C.
Als de vochtigheid binnenshuis boven de
80% is, kan er condensatie ontstaan op
het oppervlak van het toestel.
≤27°C
OPMERKING: