●
Tijdens het koelen
Stel de lamellen horizontaal bij. (Zie Fig.4-13)
Tijdens het verwarmen
●
Stel de lamellen naar beneden bij (verticaal). (Zie Fig.4-14)
Fig.4-13.
LET OP
Stel de lamellen niet met de hand bij, dit kan leiden tot slecht
functioneren.
■ Richt de luchtstroom naar links en rechts
Stel de linker- en rechterlamellen bij om de richting naar links
of naar rechts te veranderen.
■ Kiezen van de luchtstroom
Open het rooster aan de voorzijde
(Voor informatie over hoe het rooster te openen zie fig. 5-6).
LET OP
Koppel vóór het openen van het rooster aan de voorzijde het
toestel los van de stroomtoevoer en zet de stroombreker op
UIT.
Raak de metalen onderdelen aan de binnenzijde van het
binnentoestel niet aan. U kunt zich verwonden.
Selecteer de gewenste luchtstroom.
Als u de luchtstroomschakelaar instelt op
airconditioner automatisch het blaaspatroon voor de gekozen
modus en de situatie.
Fig.4-14.
Fig.4-15.
kiest de
8
Tabel 4-1
Stand
koelingsmodus
De kamer is koel
Aan het begin
na een uur met de
van de operatie
airconditioner aan.
of wanneer de
kamer nog niet is
Situatie
afgekoeld.
Lucht wordt via
de bovenste
luchtuitlaat
geblazen om de
kamertemperatuur
gelijk te houden
Blaaspatroon
en om niet direct
op de mensen te
blazen.
Om de luchtstroom in te stellen, schakelt u naar
In alle standen wordt lucht uitgeblazen uit de bovenste
luchtuitlaat.
Gebruik de schakelaar wanneer u de onderste luchtuitlaat wilt
sluiten (bv. wanneer u gaat slapen).
LET OP
Om te schakelen tussen de automatische en de handmatige
modus van de onderste luchtuitlaat, moet u het toestel
uitschakelen en opnieuw opstarten om te nieuwe modus te
starten.
■ Staand vloermodel
Stel de lamellen bij om het koelings- of verwarmingseffect te
optimaliseren.
■ Tweezijdig casettemodel
●
Auto-zwaai
Druk op de SWING-knop en de lamellen bewegen automatisch op
en neer.
verwarmingsmodus
Op momenten
Aan het begin
anders dan
of wanneer de
hieronder
luchttemperatuur
aangegeven.
laag is.
(normale tijd.)
Lucht wordt via
Lucht wordt via
de bovenste en
de bovenste
onderste uitlaten
luchtuitlaat
geblazen in de
geblazen om
snelkoelingsmodus
niet direct op
voor koeling en in de
de mensen te
verwarmingsmodus
blazen.
voor verwarming.
.
Fig.4-16.
Fig.4-17.