4
Duw op de knop om de richting van de luchtstroom bij te stellen.
(Enkel voor de modellen met dubbele luchtstroom ('Double-
flow'), met multiluchtstroom ('Multi-flow'), voor hoekmontage
('Corner'), plafondopstelling ('Ceiling-suspended') of muur-
opstelling ('Wall-mounted')). Zie
luchtstroom bijstellen" op pagina 6
Het systeem stoppen
5
Duw nogmaals op de aan/uit-knop.
Het lichtje om aan te geven dat het systeem aan is, gaat uit en
het systeem stopt met werken.
LET OP
Zet het systeem niet onmiddellijk terug aan nadat de unit
gestopt is, maar wacht minstens 5 minuten.
6.3. De richting van de luchtstroom bijstellen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening.
Beweging van de klep voor de luchtstroom
A
Dubbele luchtstroom + multiluchtstroom units
(Double-flow- + Multi-flow-units)
B
Hoek-units ('Corner')
C
Units voor aan plafond ('Ceiling-suspended')
D
Units voor tegen de muur ('Wall-mounted')
In de volgende omstandigheden regelt een microcomputer de
richting van de luchtstroom, die kan verschillen van deze op het
scherm.
KOELEN
• Als de kamertemperatuur lager dan de
ingestelde temperatuur is.
• Als de luchtstroom continu horizontaal gericht is.
• Als de luchtstroom continu naar beneden gericht is tijdens het koelen met een unit aan
het plafond of tegen de muur, kan de microcomputer de richting van de luchtstroom
regelen, waarbij de aanduiding op de afstandsbediening dan ook zal veranderen.
De richting van de luchtstroom kan op een van de volgende manieren
bijgesteld worden.
■
De klep voor de luchtstroom stelt zelf zijn stand bij.
■
De richting van de luchtstroom kan door de gebruiker bijgesteld
worden.
■
Automatisch "
" en in de gewenste stand "
LET OP
■
De beweeggrens van de klep kan gewijzigd worden.
Neem contact op met uw verdeler voor meer informatie.
(Enkel voor de modellen met dubbele luchtstroom
('Double-flow'), met multiluchtstroom ('Multi-flow'), voor
hoekmontage ('Corner'), plafondopstelling ('Ceiling-
suspended') of muuropstelling ('Wall-mounted')).
■
Vermijd dat de unit in de horizontale richting "
werkt. Hierdoor kunnen zich anders vochtdruppels
aan het plafond vormen of kan er stof aan komen.
REYAQ10~16P7Y1B
Airconditioner van het VRVIII-systeem
4PW62583-1 – 11.2010
"6.3. De richting van de
voor meer informatie.
VERWARMEN
• Als gestart wordt.
• Als de kamertemperatuur hoger
dan de ingestelde temperatuur is.
• Tijdens het ontdooien.
".
6.4. De meester-afstandsbediening instellen
Als het systeem zoals in de bovenstaande afbeelding geplaatst is
(één keuzeschakelaar voor de aftakking (BS) is op meerdere
binnenunits aangesloten), moet een van de afstandsbedieningen
als meester-afstandsbediening aangeduid worden.
■
Enkel de meester-afstandsbediening kan de stand verwarmen of
koelen selecteren en, voor REYAQ-units, de stand automatisch
werken.
■
Er staat
(overschakelen centraal beheerd) op het scherm
van de slaaf-afstandsbedieningen en de slaaf-afstands-
bedieningen volgen automatisch de stand die door de meester-
afstandsbediening geselecteerd werd.
De slaaf-afstandsbedieningen kunnen echter wel overschakelen op
het droogprogramma als de meester-afstandsbediening het systeem
in de stand koelen heeft gezet.
Hoe de meester-afstandsbediening aanduiden
1
Op de huidige meester-afstandsbediening, druk gedurende
4 seconden op de knop om de werkingsstand te selecteren.
Op het scherm van alle slaaf-afstandsbedieningen die op de
zelfde
buitenunit
(overschakelen centraal beheerd), of de BS-unit knippert.
2
Op de bediening die u als meester-afstandsbediening wenst aan
te duiden, druk op de knop om de werkingsstand te selecteren.
Het aanduiden is nu voltooid. Deze afstandsbediening is nu als
meester-afstandsbediening aangeduid en de aanduiding
(overschakelen centraal beheerd) op het scherm verdwijnt.
Het scherm van de andere afstandsbedieningen blijft
(overschakelen centraal beheerd) weergegeven.
6.5.
Voorzorgsmaatregelen met gegroepeerd
bedieningssysteem of met een bedieningssysteem
met twee afstandsbedieningen
Dit systeem biedt twee andere bedieningssystemen naast een
systeem met individuele bediening (een afstandsbediening bedient
een binnenunit). Kijk het volgende na als uw systeem het volgende
type van bediening heeft.
■
Gegroepeerd bedieningssysteem
Een enkele afstandsbediening bedient tot 16 binnenunits. Alle
binnenunits zijn op de zelfde manier ingesteld.
■
Een bedieningssysteem met twee afstandsbedieningen
Twee afstandsbedieningen bedienen één binnenunit (voor een
gegroepeerd bedieningssysteem: één groep van binnenunits).
De unit wordt individueel bediend.
LET OP
Neem contact op met uw verdeler als de combinatie of de
"
instelling van een systeem met gegroepeerde bediening of
met bediening met twee afstandsbedieningen gewijzigd
moet worden.
aangesloten
zijn,
verschijnt
Gebruiksaanwijzing
6