Informatie over cartridges en de printkop
Lees de volgende tips voor het onderhouden van HP-cartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente
afdrukkwaliteit.
De instructies in deze handleiding zijn voor het vervangen van cartridges en zijn niet bedoeld voor de
●
eerste installatie.
Haal alle cartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig heeft.
●
Zorg ervoor dat u de printer correct uitzet. Zie
●
Bewaar cartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
●
Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de inktcartridges hebben een
●
langere levensduur.
Hanteer de cartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de cartridges tijdens de installatie te laten
●
vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de printer lekt of dat de
●
printer beschadigd raakt:
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met
–
zolang u nog interne printergeluiden hoort.
Zorg ervoor dat u de cartridges in de printer laat.
–
De printer moet vlak worden getransporteerd en mag niet op de zijkant, achterkant, voorkant of
–
bovenkant worden geplaatst.
Deze printer is ontworpen om inktcartridges te gebruiken tot ze leeg zijn. Door het bijvullen van
●
cartridges voordat deze leeg zijn kan uw printer fouten veroorzaken. Als dit gebeurt, plaatst u een
nieuwe cartridge om het printen te hervatten.
Als u een HP+ printer hebt, moet u originele HP cartridges gebruiken. Als er niet-originele HP supplies of
●
hervulde cartridges zijn geïnstalleerd, kan de printer niet afdrukken.
VOORZICHTIG:
de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de
printer nooit uit wanneer er cartridges ontbreken.
128 Hoofdstuk 9 Beheer cartridges
HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met
De printer uitschakelen
voor meer informatie.
(de Aan/uit-knop). Schakel de printer niet uit
NLWW