Algemeen gebruik
De Driver DMR500 is voorzien van een externe stroom voorziening. Wanneer deze wordt aangesloten
zal de computer automatisch opstarten. Het Driver DMR500 display schakelt vanzelf over naar de standby
modus als het niet meer wordt gebruikt. Om de computer weer op te starten voldoet een druk op een
willekeurige knop.
1. Stop de stekker van de adapter (6V, 1000mA) in het stopcontact en de plug aan de rechter voorzijde in het
apparaat, de monitor licht op en u hoort een geluidssignaal.
2. Indien u direct met trainen wilt beginnen druk dan op de START/STOP toets. Het handmatige programma
wordt nu opgestart. U kunt de gewenste weerstand instellen door de UP + en DOWN – draaiknop te ver
draaien. De weerstand kunt u tijdens het trainen nog aanpassen. De tijd begint te lopen van 01:00 naar
00:00.
3. Als u een bepaald programma wilt roeien moet u eerst een gebruiker kiezen of aanmaken. Als u een ge
bruiker wilt aanmaken, kies dan na het opstart geluidsignaal met behulp van de UP + en DOWN – draai
knop een gebruiker. U kunt kiezen uit gebruiker 0 tot en met 4 (U0-U4) Bevestig u uw keuze (ENTER). Met
behulp van de draaiknop voert u nu uw gebruiker gegevens in, u bevestigd met ENTER. Gebruikerge
gevens zijn geslacht, leeftijd, lengte en gewicht. De computer onthoudt uw gebruikergegevens voor
gebruker U1 tot en met U4 en maakt hier gebruik van in de verschillende programma's om u een zo precies
mogelijk beeld van uw training weer te geven. Voor programma U0 onthoudt de computer uw gegevens
alleen voor de training waar u op dat moment mee bezig bent.
4. Nadat u een gebruiker heeft gekozen of aangemaakt komt u automatisch in het CONTROL MODE menu. U
kunt hier met behulp van de draaiknop een keuze uit de verschillende programma's maken. De keuze
opties zijn MANUAL (A), PROGRAM (B), USER (C) HRC (D) of RACE (E). Hieronder staan de opties
toegelicht. Indien u een keuze heeft gemaakt, kunt u die bevestigen door op ENTER te drukken.
A. MANUAL
Stel het weerstandsniveau van de training in met behulp van de draaiknop en bevestig met ENTER. Nu zal de
computer langs alle instelbare waarden gaan, zodat u die naar wens kunt instellen. De instelbare waarden
zijn: Tijd, Afstand, Calorieverbruik, hartslag en aantal roeislagen. Gebruik de draaiknop voor instellen van de
waarden en bevestig met ENTER. Als u alle waarden heeft ingesteld, drukt u op start om te beginnen met
uw training. Het weerstandsniveau is gedurende de gehele training aan te passen. Wanneer de training
is afgerond zal het scherm gaan knipperen en geeft de computer een pieptoon. Daarna zal het A+ scherm
verschijnen, dit scherm geeft u een overzicht van alle waarden van uw training.
B. PROGRAM
Kies uit P1 – P12 en bevestig uw keuze met ENTER. P1-P12 zijn verschillende typen programma's en staan
grafisch weergegeven op de pagina hiernaast. Stel nu het zwaarteniveau van het gekozen programma in
met behulp van de draaiknop en bevestig met ENTER. Stel daarna de gewenste waarden in met behulp
van de draaiknop en bevestig met ENTER. Druk vervolgens op START om de training aan te vangen. Het
zwaarteniveau van de training is gedurende de gehele training aan te passen.
Wanneer de training is afgerond zal het scherm gaan knipperen en geeft de computer een pieptoon. Daarna
zal het A+ scherm verschijnen, dit scherm geeft u een overzicht van alle waarden van uw training.
4. Gebruik
19