Tot slot is er een speciaal patroon voor het controleren van de uitlijning van de printkoppen links bovenaan
het diagnostische vel. Dit patroon heeft geen nummer aangezien het niet wordt gebruikt voor het
controleren van de scanner. Het bestaat uit drie gekleurde kruisen die kunnen worden gebruikt om het
betreffende probleem te identificeren. Het juiste patroon wordt links weergegeven, rechts ziet u een
voorbeeld van onjuiste uitlijning.
Verlies van details bij schaduw of lichte delen
Als u patroon 16 bekijkt, ontdekt u mogelijk een probleem met de kleurkalibratie van de printer (CLC-proces).
Als u tussen de bovenste en onderste drempelwaarden verschillende stappen in lichtheid kunt
onderscheiden, dan is de printer in orde. Hier ziet u links voorbeelden van goed functioneren en rechts
voorbeelden van onjuist functioneren.
Als de printer deze test niet doorstaat, moet u een kleurkalibratie uitvoeren als het papier dat in de printer is
geplaatst geschikt is voor kalibreren (bijvoorbeeld gecoat of glanzend papier). De kleurkalibratie wordt
gestart vanaf het voorpaneel door te drukken op
beeldkwaliteit > Kleurkalibratie.
Printerstrepen
Als u patronen 1, 2 en 3 bekijkt, ziet u verticale strepen die te wijten zijn aan een onjuist gekalibreerde
papierdoorvoer in de printer.
NLWW
, vervolgens op
Visuele foutcontrole tijdens het afdrukken van het diagnostische vel 231
, en dan op Onderhoud