Gebruikershandleiding voor Cyber-shot
Vóór gebruik
Opnemen
Weergeven
De MENU-onderdelen gebruiken
(opnemen)
De MENU-onderdelen gebruiken
(weergeven)
Instellingen veranderen
Beelden weergeven op een
televisie
Gebruiken met een computer
Afdrukken
Problemen oplossen
Voorzorgsmaatregelen/ Over
deze camera
Inhoudlijst
Hoofdpagina > De MENU-onderdelen gebruiken (opnemen) > Menu voor opnemen van stilstaande
DRO/Auto HDR
Dynamisch-bereikoptimalisatie
Auto HDR
U kunt de helderheid of het contrast corrigeren.
1. MENU
3
[DRO/Auto HDR]
Hiermee kunt u [DRO/Auto HDR] niet gebruiken.
(Uit)
Door het beeld onder te verdelen in kleine gebieden, analyseert de camera het
(D.-
contrast van licht en schaduw tussen het onderwerp en de achtergrond, waardoor
bereikopt.)
een beeld ontstaat met optimale helderheid en gradatie.
Hiermee kunt u drie beelden opnemen met een verschillende belichting, waarna de
heldere delen van het onderbelichte beeld en de donkere delen van het overbelichte
(Auto
beeld over elkaar worden gelegd zodat een beeld ontstaat met een rijke gradatie.
HDR)
Eén beeld met een juiste belichting en een beeld samengesteld uit over elkaar
liggende beelden worden opgenomen.
Dynamisch-bereikoptimalisatie
1. MENU
3
[DRO/Auto HDR]
2. Selecteer het optimale niveau met
(Dynamische-
Hiermee kunt u de helderheid automatisch corrigeren.
bereikopt.:
auto)
Hiermee kunt u van een opgenomen beeld de gradaties in elk deel van het
beeld optimaliseren. Selecteer het optimale niveau tussen Lv1 (zwak) en Lv5
(niveau)*
(sterk).
* Het Lv-getal dat met de
-indicator wordt afgebeeld, geeft de huidige instelwaarde aan.
Opmerkingen
Tijdens opnemen met de [D.-bereikopt.] kan ruis voorkomen in het beeld. Selecteer het juiste
niveau door het opgenomen beeld te controleren, met name wanneer u het effect versterkt.
Auto HDR
1. MENU
3
[DRO/Auto HDR]
2. Selecteer het optimale niveau met
(Auto HDR:
Hiermee kunt u de belichtingsverschillen automatisch corrigeren.
belichtingsver.
auto)
Hiermee kunt u het belichtingsverschil instellen, aan de hand van het
contrast van het onderwerp.
Selecteer het optimale niveau tussen 1,0 EV (zwak) en 6,0 EV (sterk).
(niveau van
Bijvoorbeeld, als u de belichtingswaarde instelt op 2,0EV, worden drie
belichtingsverschil)*
beelden samengesteld: een beeld met belichting –1,0EV, een beeld met de
optimale belichting en een beeld met belichting +1,0EV.
* Het EV-getal dat met de
-indicator wordt afgebeeld, geeft de huidige instelwaarde aan.
Opmerkingen
Aangezien de sluiter drie keer wordt ontspannen voor één opname, dient u op het volgende te
letten:
Gebruik deze functie terwijl het onderwerp niet beweegt of met de ogen knippert.
Verander de compositie van het beeld niet.
U kunt deze functie niet gebruiken met RAW-beelden.
NL 89
gewenste functie
[D.-bereikopt.]
/
op het besturingswiel.
[Auto HDR]
/
op het besturingswiel.
beelden > DRO/Auto HDR