Gebruikershandleiding voor Cyber-shot
Vóór gebruik
Opnemen
Weergeven
De MENU-onderdelen gebruiken
(opnemen)
De MENU-onderdelen gebruiken
(weergeven)
Instellingen veranderen
Beelden weergeven op een
televisie
Gebruiken met een computer
Afdrukken
Problemen oplossen
Voorzorgsmaatregelen/ Over
deze camera
Inhoudlijst
Hoofdpagina > Opnemen > De opnamefunctie (REC) instellen > Diafragmavoorkeuze
Diafragmavoorkeuze
Hiermee kunt u het scherpstellingsbereik of de mate van onscherpe achtergrond instellen.
1. Zet de functiekeuzeknop in de stand
2. Draai het besturingswiel om de diafragmawaarde (het F-getal) te selecteren.
U kunt een diafragmawaarde (F-getal) selecteren tussen F1,8 en F11. (Wanneer u de W/T-
(zoom)knop naar de T-kant draait, neemt de minimumdiafragmawaarde (F-getal) toe.)
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 1/2000 seconde tot en met 8 seconden.
3. Neem op met de ontspanknop.
Over de diafragmavoorkeur
Hoe lager de diafragmawaarde (het F-getal), hoe groter het gat waardoor het licht binnenvalt. De
scherptediepte neemt af en alles, behalve de voorwerpen binnen een klein afstandsbereik, zal
onscherp zijn. Dit is goed voor portretten, enz.
Hoe hoger de diafragmawaarde (het F-getal), hoe kleiner het gat waardoor het licht binnenvalt.
Zowel voorwerpen relatief dichtbij de lens als ver verwijderd zullen scherpgesteld zijn. Dit is goed
voor landschappen, enz.
Opmerkingen
Als na het maken van de instellingen geen juiste belichting wordt verkregen, knipperen de
indicators van de instelwaarden op het scherm. U kunt onder deze omstandigheden opnemen,
maar wij adviseren u de instelwaarden opnieuw in te stellen.
De helderheid van de beelden die op het scherm worden weergegeven, kan verschillen van het
werkelijk opgenomen beeld.
Verwant onderwerp
Functies die niet beschikbaar zijn in sommige opnamefuncties
Onderdelen op het menu voor het opnemen van stilstaande beelden die niet beschikbaar zijn in
sommige opnamefuncties
NL 39
(Diafragmavoorkeuze).
Terug naar boven