1.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
2.
Als de printer op een standaard staat, zorg dan dat de printerwielen zijn vergrendeld (de remhendel moet
omlaag staan) om te voorkomen dat de printer wegrolt.
3.
Tik op het frontpanel op
Replace printhead (Printkop vervangen).
4.
Open de klep van de inktcartridges.
5.
Wacht tot het printmechanisme niet meer beweegt.
6.
Druk op elke inktcartridge om deze te ontgrendelen.
7.
Verwijder elke inktcartridge.
NLWW
en vervolgens op Image Quality Maintenance (Onderhoud afdrukkwaliteit) >
Vervang de printkop
71