2
1
2.10 Verstellen rug / zitinclinatie
L L L L
WAARSCHUWING:
rug naar achteren wordt gekanteld.
L L L L
WAARSCHUWING:
rolstoel aangetrokken zijn voordat U de rug en zit inclinatie versteld.
Alleen een begeleider kan de hoek van de zit en de rug gelijktijdig en onafhankelijk van
elkaar verstellen. Zorg ervoor dat de patiënt in de rolstoel zit als de begeleider de rug, zit
inclinatie versteld en dat de rolstoel niet achterover kantelt.
Inclinatie van de zit:
Rugverstelling:
1. Trek de hendel
rughoek te verstellen.
2. Trek/duw de hoek in de gewenste positie (-5° tot 50° ), de gasdrukveer wordt in/uit
gedrukt.
3. Laat de hendel
Als de rolstoel trommelremmen heeft; dan worden de hendels
extra hendels
zijn gemonteerd om de rughoek en zitinclinatie te verstellen. Deze
hendels
kunnen met de duimen worden bediend.
De handgrepen kunnen volgens de grootte van
de begeleider in de hoogte worden versteld.
De handgrepen kunnen met volgende
instructies worden versteld:
1. Draai de sterknoppen
2. Zet de handgrepen in de gewenste hoogte
1
3. Draai de sterknoppen
4. Controleer dat de handgrepen terug goed zijn
Kantelgevaar – Denk eraan dat de stabiliteit afneemt als de
Gevaar voor letsel – Zorg ervoor dat de remmen van de
1. Trek de hendel
aanduiding) naar de handgreep
inclinatie te verstellen.
2. Trek/duw de zit in de gewenste positie (-5° tot
15° ), de gasdrukveer wordt in/uit gedrukt.
3. Laat de hendel
blokkeren.
aan de rechtse kant (zie aanduiding) naar de handgreep
Aanduiding
los om de gasdrukveer te blokkeren.
Pagina 10
voor de begeleider.
terug goed vast.
vastgemaakt.
aan de linkse kant (zie
Aanduiding
los om de gasdrukveer te
EZ1
2012-12
aan beide zijden los.
aan beide zijden
om de zit
om de
als remmen gebruikt;