6. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten door gebruik te maken
van de handgreep-hartslagmonitor of door middel
van een compatibele hartslagmonitor. Zie blad-
zijde 24 voor informatie over het kopen van een
optionele borstkas-hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
Bluetooth
Smart hartslagmonitoren. Om uw
®
hartslagmonitor aan te sluiten op het bedienings-
paneel, zie bladzijde 22.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt, zal de Bluetooth Smart
hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Voordat u
de hand-
greep-hart-
slagmonitor
gebruikt,
verwijdert u de
plastic velletjes
van de metalen
contactpun-
ten (G) op de
hartslagstang.
Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleu-
ningen staan en houdt u de hartslagstang met
de metalen contactpunten op uw handpalmen
vast – beweeg uw handen niet. Uw hartslag zal
worden weergegeven wanneer uw pols gemeten
kan worden. Voor de meest nauwkeurige hart-
slagwaarde, dient u de metalen contactpunten
gedurende 15 seconden vast te houden.
7. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
EEN VOORAF INGESTELDE TRAINING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
G
2. Kies een vooraf ingestelde training.
3. Start de training.
20
wanneer u klaar bent met trainen.
Ga op de voetleuningen staan, druk op de toets
Stop en stel de helling van de loopband in op
nul. De helling van de loopband moet op nul
staan wanneer u de loopband opvouwt in de
opbergstand anders kan de loopband bescha-
digd raken. Trek vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Druk dan de stroomschakelaar op de positie Off
(uit) en trek het stroomsnoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
Zie DE STROOM INSCHAKELEN op bladzijde 18.
Druk herhaaldelijk op de toets Calorie, Intensity
(intensiteit), Incline (helling) of Speed (snelheid) om
een vooraf ingestelde oefening te kiezen, totdat de
gewenste oefening op het scherm verschijnt.
De display zal, wanneer u een vooraf ingestelde
training kiest, de tijdsduur van de training en de
naam van de training aangeven. Bovendien zal
er een profiel van de snelheidsinstellingen van de
training op de matrix verschijnen. Wanneer u voor
een calorieëntraining kiest, dan zal bij benadering
het aantal calorieën dat u zult verbranden op het
calorievenster verschijnen.
Druk op de toets Start of de toenametoets Speed
(snelheid) om met de oefening te beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste snel-
heids- en hellingsinstelling van de training. Houd
de handleuningen vast en begin te lopen.