Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
7.6
Een met bouten bevestigde flensverbinding vast- en losdraaien
Waarschuwing:
• Zorg dat u bij gebruik van een zeskantmoerdop het aangegeven draaimoment niet overschrijdt.
• Plaats het gereedschap met de moerdop op de moer of de bout. Controleer of de moerdop zo
ver mogelijk over de moer of de bout is geplaatst. Volg de veiligheidsinstructies met betrekking tot
moerdoppen op.
• Plaats de reactiearmen tegen een vast reactiepunt dat bestand is tegen de belasting. Volg de
veiligheidsinstructies met betrekking tot reactiearmen op.
• Controleer of het gereedschap vrij is van het reactiepunt en andere obstructies.
• Start het systeem kortstondig. Stop als het gereedschap de neiging heeft te verlopen of scheef te
gaan staan onmiddellijk en verplaats de reactiearm naar een stevigere en stabielere positie.
7.6.1
Een met bouten bevestigde flensverbinding vastdraaien
Procedure
1.
Start de pompunit en stel het draaimoment in met behulk van het drukregelventiel (B) en de vleugelmoer (A).
2. Plaats het gereedschap correct op de moer of de boutkop. Zie
de markering 'TIGHTEN' [vastdraaien] op het gereedschap.
3. Druk op de startknop (C) op de afstandsbediening en houd
deze ingedrukt tot het aandrijfvierkant niet meer draait. De
zuiger in het gereedschap is nu maximaal uitgeschoven. U
hoort een klik. De manometer neemt toe tot de ingestelde
waarde.
Opmerking:
Als de manometer tot de ingestelde waarde toeneemt,
betekent dit niet dat het vereiste draaimoment op
de moer of de bout wordt toegepast. Het betekent
alleen dat de zuiger in het gereedschap de moerdop
niet verder kan draaien tot het gereedschap zichzelf
automatisch reset.
4. Laat de startknop (C) op de afstandsbediening los. De zuiger in
het gereedschap schuift maximaal in. U hoort nu een klik.
5. Herhaal stappen 3 en 4 tot de moer of de bout niet langer
draait.
De moer of de bout is met een aandraaimomentnauwkeurigheid van ± 3% vastgedraaid.
42
Advertenties
Inhoudsopgave
