4.1.2
De hydraulische slangen aansluiten
Waarschuwing:
• Controleer of het systeem niet onder druk staat.
• Controleer of de hydraulische slangen zowel op de pomp als op het gereedschap stevig zijn
aangesloten. Controleer of geen speling tussen de mannelijke koppelingen en de vrouwelijke
koppelingen aanwezig is. Als de hydraulische slangen losraken, stroomt geen hydraulische olie door
de slangen en werkt het gereedschap niet.
1.
Reinig de slangkoppelingen als ze vuil zijn met een
pluisvrije doek.
2. Draai de vrouwelijke koppelingen maximaal op de
mannelijke koppelingen vast.
3. Draai de slangkoppelingen met de hand vast. Gebruik
geen tang.
4.1.3
De hydraulische slangen afkoppelen
Waarschuwing:
Controleer of het systeem niet onder druk staat.
1.
Koppel de retourslang van de pompunit en het
gereedschap af.
2. Rol de hydraulische slangen op en sluit de
slangkoppelingen op elkaar aan om te voorkomen dat ze
vervuild raken.
Opmerking: Als u de retourslang nu nog niet
kunt afkoppelen, is restdruk in de slang
aanwezig. Druk op het drukontlastingsventiel (C)
op de pompunit om de druk van de slang te
halen. Is uw pomp niet voorzien van een
drukontlastingsventiel (C) dan kunt u het volgende doen om de
slangen drukloos te maken:
-
Elektrische pompunit (1): Druk als u de
retourslang niet kunt afkoppelen op de stopknop
(B) en houd deze ingedrukt terwijl u op de
startknop (A) op de afstandsbediening drukt.
-
Pneumatische pompunit (2): Zet als u de
retourslang niet kunt afkoppelen de aan/uitschakelaar (A) op uit en druk op de startknop (B) op de
afstandsbediening om de druk van de slang te halen.
Installatie
21