15.
Het voorpaneel beveelt het gebruik van de opwikkelspoel (TUR) aan. U kunt besluiten de TUR nu te
laden of later tijdens het afdrukken. of u kunt ervoor kiezen de TUR helemaal niet te gebruiken.
Zie
De opwikkelspoel op pagina
16.
Voltooi het laadproces zoals gewoonlijk of stel de scheefheid indien nodig bij.
Dubbelzijdig afdrukken
De printer kan worden gebruikt om beide zijden van het substraat af te drukken op de volgende manier:
OPMERKING:
referentielijn niet vinden wanneer de tweede kant wordt afgedrukt.
Overzicht
1.
Vertel de printer dat u op beide zijden wilt afdrukken.
2.
De printer drukt de inhoud die u op de eerste kant wilt zien. Na iedere taak drukt de printer een
zwarte referentielijn af die wordt gebruikt om de overeenkomende taak op de tweede kant af te
stemmen.
3.
Het substraat snijden en afhalen.
4.
Plaats het gesneden substraat nu onderste boven en begin aan het einde. De referentielijn die het
einde van de eerste zijde markeert, moet met de voorkant omlaag gericht zijn en bij de voorrand.
5.
De printer vindt de referentielijn en gebruikt deze om op de tweede zijde op de juiste plaats met
afdrukken te beginnen.
Dubbelzijdig afdrukken kan worden geselecteerd in de RIP-software of op het voorpaneel van de printer.
De RIP-instelling gaat voor: als dubbelzijdig in de RIP-software wordt in- of uitgeschakeld, wordt de
instelling op het voorpaneel genegeerd.
OPMERKING:
vraagt het voorpaneel om bevestiging omdat een dergelijke beweging de juiste uitlijning tussen de twee
zijden verhindert.
56
Hoofdstuk 4 Omgaan met het substraat
35.
De afdruk moet minimaal 28 cm(11 in) breed zijn, anders kan de printer de
Als u het substraat probeert te verplaatsen tijdens het afdrukken op een van de kanten,
NLWW