Menu INSTALLATEURSNIVEAU instellen (alleen voor de installateur)
8.2
Verwarmingssysteem configu-
reren
Installateursniveau: Systeemconfiguratie
Menustructuur en instelbereiken
Installatievoorbeelden vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de IPM. Ove-
rige, mogelijk installaties vindt u in
de planningsdocumentatie.
Gebruik dit menu als u het systeem automatisch
of handmatig wilt configureren, bijvoorbeeld bij
ingebruikneming of bij verandering van de instal-
latie.
B Stel de codeerschakelaar op de IPM 1 op 1 in.
B Schakel de installatie in.
B Codeer de FB 10 of FB 100 op 1.
B Start de automatisch configuratie.
B Controleer de andere menuopties onder Sys-
teemconfiguratie en pas deze indien nodig
handmatig aan de actuele installatie aan.
44
8.3
Installateursniveau: Verwarmingsparameter
Menustructuur en instelbereiken
pagina 41.
Gebruik dit menu als u de parameters de verwar-
ming wilt instellen. Met deze parameters wordt
bijv. de verwarmingscurve berekend.
Menu: Verwarmingsparameter > Verwarmings-
type in verwarmingscircuit
B Het verwarmingtype instellen:
– Voetpunt/eindpunt: Basisinstelwaarden
– Vloerverwarming: Basisinstelwaarden
– Radiatoren: Basisinstelwaarden voor een
– Convectoren: Basisinstelwaarden voor een
Parameters voor verwarming
Stel de regelaar aanvoertempera-
tuur van het verwarmingstoestel op
de maximaal benodigde aanvoer-
temperatuur in.
voor een verwarmingscurve in rechte vorm,
volgens de klassieke voetpunt-/eindpunt-
methode, worden overgenomen.
voor een verwarmingscurve in gekromde
vorm, passend bij een vloerCV-circuit, wor-
den overgenomen.
verwarmingscurve in gekromde vorm, pas-
send bij een CV-circuit met radiatoren,
worden overgenomen.
verwarmingscurve in gekromde vorm, pas-
send bij een CV-circuit met convectoren,
worden overgenomen.
Voor het desbetreffende verwar-
mingstype niet benodigde parame-
ters worden niet weergegeven.
6 720 800 833 (2012/02)
pagina 41.