Inhoudsopgave
Advertenties
Audio-instellingen
Variabele frequenties
LEVEL (dB)
Frequentie
Frequentie
Afwijking
Afwijking
De geluidsinstellingen hebben geen effect op het geluid van componenten die met de DIGITAL OUT
aansluiting of AUX REC OUT aansluitingen zijn verbonden en tevens niet op het geluid tijdens opname.
36
K-531
De Super-Bass (D-BASS) aanpassen
Het systeem heeft een digitale signaalprocessor (DSP) waarmee het effect van
de super-lage tonen kan worden geregeld.
1
Druk op [D-BASS].
2
Druk op [ 5 ] of [ ∞ ] om het niveau in te stellen (0 tot 10) en
druk vervolgens op [ENTER].
Een hoger cijfer geeft sterkere super-lage tonen.
De "D-BASS" indicator licht op (uitgezonderd indien u het niveau op
0 heeft gesteld).
De bereiken aanpassen (TONE)
Met de ingebouwde digitale signaalprocessor (DSP) kunt u tevens de niveau's
van de lage, midden en hoge tonen instellen.
1
Druk op [TONE] om het toonbereik te kiezen.
Door iedere druk op de toets verandert de het toonbereik als volgt:
BASS (lage tonen) = MID (midden tonen) = TREBLE (hoge tonen)
= Geannuleerd = (terug naar het begin)
2
Druk op [ 2 ] of [ 3 ] om de frequentie te kiezen.
BASS
100 Hz, 150 Hz, 200 Hz
MID
1 kHz, 2 kHz, 3 kHz
TREBLE 5 kHz, 7 kHz, 10 kHz
U kunt 1 frequentie voor ieder toonbereik kiezen.
3
Druk op [ 5 ] of [ ∞ ] om het niveau in te stellen (–8 tot +8).
4
Herhaal stappen 1 tot 3 om de andere toonbereiken in te
stellen (indien nodig).
5
Druk op [ENTER] om te bevestigen.
De "TONE" indicator licht op (uitgezonderd indien u het niveau op 0
heeft gesteld).
Annuleren van super-lage tonen of niveau's van het toonbereik
Druk op
.
[FLAT]
Alle niveau's worden op "0" gesteld.
Frequentie
Afwijking
Frequentie
Aangepast niveau
LEVEL (dB)
Afwijking
Frequentie
Advertenties
Inhoudsopgave
