Digitale audiospeler, enz.
Voorbereiding:
Verbind een component (bijvoorbeeld een digitale audiospeler) met de
AUDIO IN aansluiting op het achterpaneel. Zie "Overige verbindingen (los
verkrijgbare accessoires)" voor het verbinden (p.9).
Het afspelen starten
1
2
Instellen van het ingangsniveau
Gebruik deze methode als het volume van het externe component
(bijvoorbeeld een digitale audiospeler) hoorbaar hoger of lager is dan dat
van andere ingangsbronnen.
1
2
3
4
5
Veranderen van de display-informatie
Druk herhaaldelijk op [ DISPLAY ].
Door iedere druk op de toets verandert het display als volgt:
Zie tevens de gebruiksaanwijzing van de componenten die met het systeem zijn verbonden.
Druk op [AUDIO IN].
U kunt de weergave tevens met het hoofdtoestel starten door
op [INPUT] te drukken om de ingangsbron naar "AUDIO IN" te
veranderen.
Bedien het component (bijvoorbeeld een digitale
audiospeler) om de weergave te starten.
Druk op [AUDIO IN].
U kunt de weergave tevens met het hoofdtoestel starten door
op [INPUT] te drukken om de ingangsbron naar "AUDIO IN" te
veranderen.
Bedien het component (bijvoorbeeld een digitale
audiospeler) om de weergave te starten.
Druk op [MODE].
Druk op [ 2 ] of [ 3 ] om "INPUT LEVEL" te kiezen en druk
vervolgens op [ENTER].
Druk op [ 5 ] of [ ∞ ] om het ingangsniveau in te stellen
(–3 tot +5) en druk vervolgens op [ENTER].
"AUDIO IN" = Dag/Klok = (terug naar het begin)
Veiligheidsmaatregelen
Nederlands
33