Inbedrijfname
3.
Kies de niveaumodus "In pressure" via de parameter "Level selection".
Menupad: Setup → Extended setup → Level → Level selection
4.
Kies een volume-eenheid via de parameter "Output unit", hier bijvoorbeeld "l" (liters).
Menupad: Setup → Extended setup → Level → Output unit
5.
Kies de optie "Dry" via de parameter "Calibration mode".
Menupad: Setup → Extended setup → Level → Calibration mode
6.
Voer de volumewaarde in voor het onderste kalibratiepunt via de parameter "Empty
calib.", hier bijvoorbeeld 0 liter.
Menupad: Setup → Extended setup → Level → Empty calib.
7.
Voer de drukwaarde in voor het bovenste kalibratiepunt via de parameter "Empty
pressure.", hier bijvoorbeeld 0 mbar.
Menupad: Setup → Extended setup → Level → Empty pressure
8.
Voer de volumewaarde in voor het bovenste kalibratiepunt via de parameter "Full calib.",
hier bijvoorbeeld 1 000 l (264 gal).
Menupad: Setup → Extended setup → Level → Full calib.
9.
Voer de drukwaarde in voor het bovenste kalibratiepunt via de parameter "Full
pressure.", hier bijvoorbeeld 400 mbar (6 psi).
Menupad: Setup → Extended setup → Level → Full pressure
10. "Adjust density" bevat de fabrieksinstelling 1,0 maar kan indien nodig worden
veranderd. De ingevoerde waardeparen moeten corresponderen met deze dichtheid
Menupad: Setup → Extended setup → Level → Adjust density
11. Stel de volumewaarde voor de aanvangsstroomwaarde (4 mA) in via de parameter "Set
LRV" (0 l).
Menupad: Setup → Extended setup → Current output → Set LRV
12. Stel de volumewaarde voor de eindstroomwaarde (20 mA) in via de parameter "Set URV"
(1 000 l (264 gal)).
Menupad: Setup → Extended setup → Current output → Set URV
13. Indien het procesmedium anders is dan hetgeen waarop de kalibratie was gebaseerd,
moet de nieuwe dichtheid worden gespecificeerd in de parameter "Process density".
Menupad: Setup → Extended setup → Level → Density → Process
14. Indien een dichtheidscorrectie nodig is, ken dan de temperatuursonde in de parameter
"Auto dens. corr." toe. Een dichtheidscorrectie is alleen voor water mogelijk. Een
temperatuur-dichtheid-curve wordt gebruikt, die is opgeslagen in het instrument.
Daarom worden de parameters "Adjust density" (stap 10) en "Process density" (stap 13)
hier niet gebruikt.
Menupad: Expert → Application → Auto dens. corr.
Het meetbereik is geconfigureerd voor 0 ... 1 000 l (0 ... 264 gal).
Voor deze niveaumodus, zijn de meetvariabelen %, niveau, volume en massa
beschikbaar, zie "Uitgangseenheid" in de bedieningshandleiding .
38
Waterpilot FMX21
Endress+Hauser