De camera stilhouden ------------------------------------------------------------------------------
• Druk de ontspanknop lichtjes in om bewegen met de camera te voorkomen.
• Als u de camera beweegt terwijl u de ontspanknop indrukt, kan de foto onscherp zijn door het trillen
van de camera.
Houd er rekening mee dat het in de volgende gevallen moeilijk is de camera stil te houden:
- Wanneer u zonder flitser een opname maakt in een donkere omgeving
- Wanneer u de zoomfunctie gebruikt
- Wanneer [Belichtingstijd] (GP. 75) geselecteerd is in het opnamemenu (GP. 71)
• Wanneer het J-symbool op het beeldscherm verschijnt, geeft dat aan dat u de camera misschien
niet stil zult kunnen houden. Doe één van de volgende dingen om de camera stil te houden.
- Selecteer [Aan] voor [Bewegingscorrectie] (GP. 76) in het opnamemenu (GP. 71)
- De flitser op de stand [Auto] of [Flits aan] zetten (GP. 31)
- De ISO-instelling verhogen (GP. 84)
- De zelfontspanner gebruiken (GP. 32)
De zoomfunctie gebruiken
Draai de zoomhendel naar z (Tele) en
u kunt een close-up-opname van een
onderwerp maken. Draai de zoomhendel
naar Z (Groothoek) en u kunt een
groothoekfoto maken. De zoomwaarde
wordt aangeduid via de zoombalk van het
beeldscherm.
9999
9999
9999
9999
Zoombalk
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------
De optie [Stap zoom] (GP. 99) in het menu Setup (GP. 98) maakt het mogelijk de optische zoom
in te stellen in acht afzonderlijke stappen.
4:3 F
4:3 F
4:3 F
3 F
Groothoek
Tele
9999
9999
9999
9999
4:3 F
4:3 F
4:3 F
3 F
29