De oplaadbare batterij en de SD-geheugenkaart
in de camera plaatsen
Nadat u de oplaadbare batterij heeft opgeladen, plaatst u de batterij
en de SD-geheugenkaart in de camera. Zorg dat de camera is
uitgeschakeld voordat u de batterij of SD-geheugenkaart verwijdert.
1
Open het klepje voor de batterij/
kaart.
2
Plaats de oplaadbare batterij en de SD-geheugenkaart.
• Let erop dat de SD- geheugenkaart in de juiste richting wordt geplaatst
en duw de kaart dan geheel naar binnen tot hij op zijn plaats klikt.
• Wanneer de oplaadbare batterij is geplaatst, wordt deze vergrendeld
door middel van de haak, zoals de afbeelding laat zien.
• Wanneer de batterij niet op de juiste manier wordt geplaatst, schakelt
de camera niet aan. Plaats de batterij opnieuw op de juiste manier.
3
Sluit het klepje voor de batterij/
kaart en schuif het terug op zijn
plaats.
De oplaadbare batterij uit de camera halen
Open het klepje voor de batterij/kaart. Ontgrendel de haak die de
oplaadbare batterij vastzet. De batterij wordt uitgeworpen. Trek de
batterij uit de camera. Ga voorzichtig te werk en laat de batterij niet
vallen wanneer u hem uit de camera haalt.
De SD-geheugenkaart uit de camera halen
Open het klepje voor de batterij/kaart. Duw tegen de SD-
geheugenkaart en laat hem daarna voorzichtig uit de camera komen.
24
Trek de kaart uit de camera.
Kant logo