Systeemintegratie
8
Systeemintegratie
8.1
Integratie van het monstername-apparaat in het systeem
8.1.1
Webserver
Versies zonder veldbus: er is een activeringscode nodig voor de webserver.
Aansluiten van de webserver
‣
Sluit de communicatiekabel van de computer aan op de Ethernet-poort van de BASE2-
module.
Web Browser
64
Webserver/Ethernet-verbinding
Maak de dataverbinding
Alle versies met uitzondering van PROFINET:
Om te waarborgen dat uw instrument een geldig IP-adres heeft, moet u de DHCP-parameter
in de Ethernet-instellingen uitschakelen. (Hoofdmenu/Setup/Algemene instellingen/
Uitgebreide setup/Ethernet/Instellingen)
Het IP-adres kan handmatig worden toegekend in hetzelfde menu (voor point-to-point
verbindingen).
Alle versies inclusief PROFINET:
U vindt het IP-aders en het subnetmasker van het instrument via: DIAG/Systeeminformatie/
Ethernet.
1.
Start uw PC.
2.
Configureer eerst een handmatig IP-adres in de verbindingsinstellingen van het netwerk
van het besturingssysteem.
Voorbeeld: Microsoft Windows 10
3.
Open net werk en internet.
Naast uw standaard netwerk, moet ook een extra Ethernet-verbinding te zien zijn
(bijv. als "Unidentified network" ).
4.
Kies de link naar deze Ethernet-verbinding.
64
Base2
Liquistation CSF48
A0039619
Endress+Hauser