De printerinstellingen wijzigen
4 Mediasensor (Transmissie/opening) (uitsluitend RJ-2140/2150)
Pas de precisie aan waarmee de sensor Transmissie/opening de lege ruimte tussen gestanste labels en
de hoeveelheid licht die wordt uitgestraald door de sensor, detecteert.
U kunt deze instellingen opgeven als [Papiertypen] is ingesteld op [Print Knip-label].
Opmerking
Omdat de instellingen bij [Mediasensor (Transmissie/opening)] in het dialoogvenster
[Apparaatinstellingen] (zie Tabblad Sensoraanpassing op pagina 59) gevolgen hebben voor de
afdrukken, dient u bijpassende waarden op te geven.
Voorbeeld van de instellingen:
Apparaatinstellingen
Instelling papierformaat
Daadwerkelijk effect
5 Mediasensor (Reflectief/Balk)
Pas de precisie aan waarmee de sensor reflectief/zwarte markering zwarte markeringen en de
hoeveelheid licht die wordt uitgestraald door de sensor, detecteert.
U kunt instellingen opgeven als [Papiertypen] is ingesteld op [Media met markeringen].
Opmerking
Omdat de instellingen bij [Mediasensor (Reflectief/Balk)] in het dialoogvenster [Apparaatinstellingen]
(zie Tabblad Sensoraanpassing op pagina 59) gevolgen hebben voor de afdrukken, dient u bijpassende
waarden op te geven.
Voorbeeld van de instellingen:
Apparaatinstellingen
Instelling papierformaat
Daadwerkelijk effect
6 OK
Slaat de instellingen op en keert terug naar het vorige dialoogvenster.
7 Annuleren
De instellingen worden geannuleerd en het dialoogvenster wordt gesloten. De instellingen blijven
ongewijzigd.
Instelling EX1
Instelling EX2
+2
+2
+2
4
Instelling EX1
Instelling EX2
+2
+2
+2
4
-2
0
-2
0
3
69