Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

F.4.8 Ontdooiing; F.4.9 Handmatige Ontdooiing; F.4.10 Juiste Werking Van Het Apparaat; F.5 Alarmen - Electrolux Professional 725214 Gebruikershandleiding

Snelkoelers/snelvriezers
Verberg thumbnails Zie ook voor 725214:
Inhoudsopgave

Advertenties

• druk op de toetsen
bedrijfsparameters te wijzigen.
• de nieuwe waarde wordt automatisch opgeslagen nadat er
8 seconden lang geen handelingen zijn verricht, of door het
indrukken van de toets
LET OP:
De parameters kunnen ALLEEN worden veranderd
als er geen cyclus actief is. Als een cyclus actief is,
is het alleen mogelijk om de parameter weer te
geven.
F.4.8
Ontdooiing
Tijdens het bewaren wordt het ontdooien automatisch geacti-
veerd. De duur van de cycli en de tussenpozen tussen de ene
ontdooiing en de andere zijn van te voren ingesteld door de
fabrikant.
F.4.9
Handmatige ontdooiing
Om een handmatige ontdooiing te starten, drukt u gedurende
4 seconden op de toets
Om de ontdooitijd te verkorten, kan de functie geactiveerd
worden terwijl de deur openstaat, een handmatige ontdooiing
kan bijvoorbeeld gestart worden als de deur van de snelkoeler
open staat.
Op deze manier activeert de snelkoeler de inwendige ventila-
toren die van buiten lucht in het compartiment zuigen, en zo de
ontdooitijden verkorten (zie voor gedetailleerde informatie
paragraaf "toets Up/Handmatig ontdooien" in de volledige
gebruikershandleiding op de website).
Haal voor het ontdooien de dop van de afvoergoot in de bodem
van de cel, en sluit de afvoergoot aan het einde weer af met de
dop.
F.4.10
Juiste werking van het apparaat
De juiste werking van het apparaat tijdens de koel- en
vriescycli hangt af van enkele factoren:
• Door gebruik te maken van de sonde (indien aanwezig)
tijdens de koel- of vriescycli heeft u de zekerheid dat de cycli
zelf correct worden uitgevoerd. Het is belangrijk dat de
sonde goed ingestoken wordt, d.w.z. in het midden van het
product als het om een groot stuk gaat. Let er verder op dat
de punt niet uit het product steekt en beslist de bak niet
raakt.
OK!
Verzeker u ervan dat de sonde schoon en gesteriliseerd is
elke keer als deze in het product gestoken wordt en ga er
altijd voorzichtig mee om, want het gaat om een voorwerp
met een scherpe punt.
Wanneer de cyclus voltooid is, de deur openen en de sonde
verwijderen en op zijn oorspronkelijke plaats terugzetten.
b
16
en
om de waarde van de
.
.
a
• Geadviseerd wordt het voedsel afgedekt te houden tijdens
koelen of vriezen om de cyclus te vergemakkelijken. Een
gelijkmatige verdeling van het product in de cel maakt een
goede luchtcirculatie mogelijk en dus een betere conserve-
ring van het product zelf. In elk geval mag de deur niet
langer dan nodig opengelaten worden tijdens het weg-
nemen of plaatsen van de voedingsmiddelen.
LET OP:
Vergeet niet dat op dit moment de schalen koud
zijn, zorg dus voor het gebruik van
handschoenen.
• Het wordt geadviseerd lage houders te gebruiken (of
houders met randen van maximaal 65 mm hoogte) om een
goede luchtcirculatie langs het product mogelijk te maken
(hoe groter het oppervlak van het voedingsmiddel dat
blootstaat aan de koude lucht, des te korter de tijd die
nodig is voor de cyclus). Om besmetting van voedsel te
voorkomen, wordt geadviseerd de houders en de onder-
grond ervan zorgvuldig schoon te maken. Het wordt verder
aangeraden het voedsel in de snelkoeler te zetten in
dezelfde houder als waarin het bereid is.
F.5
ALARMEN
F.5.1
Inleiding
De besturingskaart beheert twee types alarmsystemen:
• HACCP voor bewaking en opslag in het geheugen van de
alarmen vanwege hoge temperaturen.
Een HACCP alarmstatus wordt aangegeven door de
zoemer, het knipperen van het HACCP rode LED-indicatie-
lampje, en het verschijnen van het alarmbericht op de
display.
• DIENSTALARMEN voor opslag in het geheugen en ver-
werking van alle alarmen die beschikbaar zijn op de
besturingskaart (behalve alarmen wegens hoge tempera-
tuur en onjuist einde van de cyclus).
F.5.2
HACCP-alarmen
Hiermee kunnen de alarmen wegens hoge temperatuur in de
cel en onjuist einde van de cyclus worden beheerd.
Als er geen alarm actief is: wordt op het "TEMPERATUUR"
display het bericht noneweergegeven, terwijl het "TIJD"
display uitgeschakeld blijft.
In geval van een alarm verschijnt op het "TEMPERATUUR"
display het alarmnummer AL 1, AL 2, enz., en wordt op het
"TIJD" display de omschrijving van het alarm weergegeven
(zie paragraaf F.5.2.1 Beschrijving alarmsignalen).
Om het menu op te roepen drukt u op de toets
menu te verlaten, drukt u nogmaals op deze toets. Met de
toetsen
en
kunt u bladeren, de aanduidingen AL 1,
. Om het

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

725218725222725208725223725212725216 ... Toon alles

Inhoudsopgave