Inhoudsopgave
Advertenties
Het led-indicatielampje Tijdgeschakelde cyclus
alleen als er een tijdgeschakelde cyclus bezig is. In de
cyclusselectiefase geeft het de tijd aan.
F.3.6
Toets UP/Handmatige ontdooiing
Deze toets heeft een dubbele functie:
1. VERHOGING WAARDE: als de wijzigingsmodus actief is,
is het mogelijk de waarde van de parameters en van de
setpoints te verhogen, of is het mogelijk om over te gaan
naar de volgende parameter;
2. HANDMATIGE ONTDOOIING: als de conditie van de
installatie het toestaat (temperatuur van de verdamper),
wordt de handmatige ontdooiing geactiveerd als de toets
minstens 4 seconden ingedrukt gehouden wordt. Gedu-
rende de gehele fase verschijnt de melding "dEfr" op de
display. De keuze is alleen geldig tijdens het bewaren/
handhaven en bij het kiezen van een werkingscyclus. Na
het ontdooien keert de besturingskaart terug naar de
hoofdconfiguratie. Druk op de toets ON/OFF om de cyclus
te deactiveren
F.3.7
Toets "Down/Set"
Hiermee is het mogelijk, als de wijzigingsmodus actief is, de
waarde van de parameters en van de setpoints te verlagen, of
kan achteruit door de parameters worden gebladerd.
F.3.8
Alarmwaarschuwing
1. HACCP/Geschiedenis
Hiermee kunnen de alarmen wegens hoge temperatuur in
de cel en onjuist einde van de cyclus worden
weergegeven.
Als er zich een HACCP-alarm voordoet, zal het led-
indicatielampje:
• knippert als het alarm actief is.
• continu branden als het alarm beëindigd is, maar nog
wel door de gebruiker moet worden bekeken.
2. Dienstalarmen
In de functie DIENSTALARMEN worden alle alarmen
opgeslagen in het geheugen, behalve degene wegens
hoge temperatuur in de cel en wegens een onjuist einde
van de cyclus, en is weergave ervan mogelijk.
• knippert als het alarm actief is.
• continu branden als het alarm beëindigd is, maar nog
wel door de gebruiker moet worden bekeken.
(zie hoofdstuk F.5 ALARMEN voor alle informatie over de
alarmen)
F.3.9
Weergave temperatuur van de temperatuurmeter
(indien de temperatuurmeter aanwezig is)
Het apparaat kan werken met het multiprobe-accessoire (met
maximaal drie onafhankelijke temperatuurmeters).
Als er meer dan één temperatuurmeter is ingebracht, gaat u
als volgt te werk om de temperatuur van alle temperatuurme-
ters weer te geven:
• druk op de toets
.
Op de display wordt de temperatuur van de eerste
temperatuurmeter (FP1) weergegeven.
• Druk op de pijltjes
bladeren.
14
brandt
om vooruit of achteruit te
Op de display wordt de temperatuur van de andere
temperatuurmeters (FP2 - FP3) weergegeven.
F.3.10
Food safe control
LET OP:
Alleen beschikbaar als de parameter ingeschakeld
is
Geeft de HACCP-toestand van de machine aan.
Het LED-CONTROLELAMPJE FOOD SAFE CONTROL gaat
branden en wordt:
ORANJE
• tijdens
een
cyclus
temperatuurmeter);
• aan het einde van een cyclus met temperatuurmeter, als de
cyclus niet op de juiste manier eindigt;
• altijd aan het einde van een tijdgeschakelde cyclus
(controle voedselveiligheid werkt alleen met een cyclus
met temperatuurmeter);
• tijdens bewaren/handhaven in aanwezigheid van een alarm
wegens hoge temperatuur in de cel;
• tijdens de bewaarfase na een koel- of invriescyclus, in het
geval dat het proces niet op de juiste manier geëindigd is;
GROEN
• aan het einde van een cyclus met temperatuurmeter, als de
cyclus op de juiste manier eindigt;
• in de bewaar-/handhavingsfase als er geen HACCP-alarm
actief is;
UIT
• apparaat op stand-by;
F.3.11
Referentienormen
Het apparaat kan van te voren worden ingesteld om te werken
volgens 3 verschillende normen
1. NF (Frans)
2. UK (Engels
3. CUSTOM (door de klant gedefinieerd)
BELANGRIJK
De keuze van het type normen kan alleen worden
veranderd als er geen snelkoelcyclus actief is, door
de parameter "nOr" in te stellen.
(zie paragraaf F.4.7 Wijziging van de GEBRUIKER-
parameters voor het activeren van de parameter)
BELANGRIJK
De tijds- en temperatuurlimieten voor een juist
einde van de cyclus die worden voorgeschreven
door de NF en UK-normen zijn vast en kunnen niet
door de klant worden gewijzigd, de CUSTOM-
normen daarentegen zijn wel configureerbaar.
Als we bijvoorbeeld veronderstellen dat er gewerkt wordt
volgens de instelling NF, eindigt een snelkoelcyclus met
temperatuurmeter correct als de temperatuur van 10℃ (50℉)
binnen 110 minuten bereikt wordt.
De cyclus gaat vervolgens verder totdat de door de fabrikant
ingestelde handhavingstemperatuur bereikt wordt, of totdat de
operator op STOP drukt.
SOFT / HARD CHILLING
Normen
Tempera-
tuur begin
snelkoelen
+63℃
NF
(145.4℉)
(tijdgeschakeld
of
met
Tempera-
Duur
tuur einde
snelkoelen
snelkoelen
+10℃
110 minuten
(50℉)
Advertenties
Inhoudsopgave
