dagen geconsumeerd zullen worden. Er zijn twee soorten
koelcycli:
•
SOFT CHILLING:
wordt geadviseerd voor levensmiddelen zoals groenten of
levensmiddelen die niet erg dik zijn.
•
HARD CHILLING:
wordt geadviseerd voor levensmiddelen van groot formaat.
F.2.2
Vriescyclus
Door levensmiddelen in te vriezen, kunnen ze langer bewaard
worden (weken of maanden).
Bij de snelvriescyclus wordt een negatieve temperatuur van
(-18℃) binnen de kortst mogelijke tijd in de kern van het
product bereikt.
Dit zorgt ervoor dat, op het moment van het ontdooien van het
product, de vezels geen beschadigingen vertonen en dat het
voedsel het uiterlijk en de voedingswaarde behoudt. Met deze
cyclus ligt de temperatuur van de levensmiddelen tussen de
-20℃ en -18℃ na het invriezen.
F.2.3
Bewaren of conserveren
De conserveringscyclus, bijvoorbeeld de handhaving van het
product op de gewenste temperatuur om te voorkomen dat het
in de loop der tijd bederft, wordt automatisch ingeschakeld aan
het einde van de koelcyclus of de snelvriescyclus.
Het is belangrijk dat het gekoelde voedsel op geschikte wijze
bewaard wordt, door een bewaartemperatuur te handhaven
die geschikt is voor het soort voedsel dat gekoeld wordt.
De conservering is continu, om deze te onderbreken moet er
ingegrepen worden op het programma.
F.2.4
Turbo cooling-cyclus
Met de cyclus "turbo-cooling" kan de gebruiker het apparaat
continu op een celtemperatuur tussen het minimale setpoint
en +3℃ laten werken. Het apparaat werkt in een continue
cyclus en het ontdooien wordt automatisch beheerst.
F.2.5
Dooicyclus
Met de dooicyclus kan ingevroren voedsel op de ideale
temperatuur voor serveren of koken worden gebracht met het
juiste
automatische
luchtcirculatiesysteem.
De temperatuur en cyclustijd variëren afhankelijk van de
hoeveelheid en het type voedsel dat in het apparaat wordt
gebracht.
F.3
BESCHRIJVING VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
F.3.1
Inschakeling
Deze toets geeft aan of het apparaat aan of uit staat. Om het in
te schakelen, op toets I drukken; de led O•I en de gehele
interface gaan branden.
F.3.2
Start/Stop-cyclus
Deze toets dient om de gekozen cyclus te starten of te stoppen.
De geselecteerde cyclus start onmiddellijk na inschakeling.
Om de cyclus te stoppen, de toets minstens 3 seconden
ingedrukt houden. Op het moment dat de cyclus geactiveerd
wordt en de deur gesloten is, gaat de toets branden. Hij zal
gaan knipperen als er een cyclus bezig is en de deur open is.
Voor optimale prestaties van het apparaat, en alleen als het
nodig is, kan het apparaat aan het begin van een snelkoelcy-
clus een voorbereidingscyclus starten. Dit wordt aangegeven
op het temperatuurdisplay met het opschrift "PREP".
Bovendien wordt de compressor met impulsen gestart als de
snelkoeler lange tijd niet gebruikt is, om de maximale
efficiëntie te garanderen.
temperatuurbeheer-
en
F.3.3
Keuze van de cyclus
Het apparaat staat standaard ingesteld op de SOFT
snelkoelcyclus.
Gebruik de toets
om te selecteren:
• SOFT snelkoelcyclus
• HARD snelkoelcyclus
• Positieve handhavingscyclus (of bewaarcyclus)
• Invriezen
;
• Negatieve handhavingscyclus (of bewaarcyclus)
Gebruik de toets
om te selecteren:
• Turbo cooling-cyclus
• Dooicyclus
;
F.3.4
Temperatuur
Op het temperatuurdisplay wordt de temperatuur van de cel en
van de temperatuurmeter weergegeven (indien aanwezig). Als
er een cyclus actief is (positieve of negatieve handhavings-
cyclus, tijdgeschakelde snelkoelcyclus of tijdgeschakelde
invriescyclus), is de celtemperatuur de temperatuur die wordt
weergegeven. Als er een cyclus met temperatuurmeter
actief is, wordt standaard de temperatuur van de tempera-
tuurmeter weergegeven.
Druk op de toets
tijdens snelkoel- of invriescycli voor het
omschakelen tussen de celtemperatuur en de temperatuur
van de temperatuurmeter (indien aanwezig). Het led-indicatie-
lampje geeft aan welke van de twee temperaturen op dat
moment wordt weergegeven:
• als de temperatuur van de temperatuurmeter
wordt weergegeven, dan gaat het led-indica-
tielampje voor de temperatuur van de
temperatuurmeter branden
• als de celtemperatuur wordt weergegeven,
gaat het led-indicatielampje voor de celtempe-
ratuur branden.
Alleen 1 van de 2 is actief.
F.3.5
Tijd
• Tijdens een snelkoel-, invries- of ontdooicyclus: op het
tijddisplay wordt de volledige of resterende tijdsduur voor
koeling weergegeven
• Tijdens een handhavingscyclys: wordt op het tijddisplay het
tijdstip weergegeven
• Tijdens een "turbo cooling"-cyclus: wordt op het display
weergegeven:
– "°°°°"= nog ong. 2 uur tot het begin van het ontdooien
– "°°°"= nog ong. 1 ½ uur tot het begin van het ontdooien
– "°°"= nog ong. 1 uur voor het begin van het ontdooien
– "°"= nog ongeveer een ½ uur tot het begin van het
ontdooien
;
;
;
;
;
13