* De gegevens in deze tabel worden gegeven als informatie. Bij erg zwaar gebruik kan het
nodig zijn frequenter te onderhouden.
7. VERPLAATSEN EN VERVOEREN
OPGELET
* Voer de werkzaamheden uit die worden beschreven in de paragraaf "Stopzetten" vóór u
de machine verplaatst of vervoert.
* Als u de machine moet vervoeren, deze stevig verankeren aan het transportmiddel (met
behulp van koorden of andere systemen) en het reservoir ledigen.
* De langsdrager(s) (7) stevig vastzetten om schokken en stoten door hobbelige terreinen te
vermijden. Dit is vooral nodig wanneer het reservoir vol is en het terrein vochtig is.
* Om de machine te verplaatsen alleen de grepen van de langsdrager(s) (7) gebruiken.
* De machine niet verplaatsen op hellingen van meer dan 2 % en op een zeer vochtig
terrein.
8. DEMONTEREN EN ONTMANTELEN
De machine mag alleen worden gedemonteerd door gekwalificeerd personeel en in
overeenstemming met de wetgeving die van kracht is in het land waar de machine wordt
gebruikt.
OPGELET
* Alvorens de machine naar de sloop te brengen, deze onbruikbaar maken, bijvoorbeeld door
de voedingskabel door te snijden, en door delen te verwijderen die een gevaar kunnen
opleveren voor kinderen die de machine eventueel gebruiken om mee te spelen.
9. PROBLEMEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
OPGELET
* Altijd eerst de werkzaamheden uitvoeren die worden beschreven in de paragraaf
"Stopzetten". Als de machine niet opnieuw in werking kan worden gesteld met behulp van de
informatie in onderstaande tabel, zich wenden tot een gespecialiseerde technicus.
PROBLEMEN
De verbrandingsmotor start
niet of draait onregelmatig.
De elektrische motor kan niet
worden gestart met de
schakelaar, of hij valt stil.
Bij het starten maakt de
elektrische motor een
brommend geluid, maar hij
start niet
De pomp zwengelt niet aan.
OORZAKEN
Raadpleeg de handleiding voor gebruik en
onderhoud van de verbrandingsmotor.
Een veiligheidsinrichting van de installatie
waarop machine is aangesloten (zekering,
differentiaaluitschakelaar enz.) is losgekoppeld.
De stekker van de voedingskabel is niet goed
aangesloten.
Onaangepaste elektrische installatie en/of
verlengsnoer.
Er wordt lucht aangezogen.
De regelklep staat op druk.
OPLOSSINGEN
Raadpleeg de handleiding voor gebruik en
onderhoud van de verbrandingsmotor.
De beveiligingsinrichting opnieuw aansluiten.
Wanneer het probleem aanhoudt, de machine
niet meer gebruiken en zich wenden tot
een gespecialiseerde technicus.
De stekker uit het stopcontact trekken en opnieuw
insteken.
Zie de paragraaf "Controleren en aansluiten op
de elektrische voeding".
De aanzuigkring controleren.
De druk op nul zetten met de draaiknop (29)
(alleen MC 1 6) of de pomp in bypass zetten
met de hendel (30).