Inhoudsopgave
Advertenties
3. BEDOELD GEBRUIK
OPGELET
* De machine is alleen bedoeld voor het volgende gebruik:
- behandelingen voor de besproeiing en bescherming van tuinplanten, planten in kassen,
weiden en teelten van beperkte omvang;
- besproeiing van detergenten en kleuren in waterachtige oplossing;
- besproeiing van water zonder voedingstoffen.
* De machine is niet bedoeld voor het sproeien van:
- waterachtige oplossingen met een dichtheid en viscositeit hoger dan die van water;
- oplossingen van chemische producten waarvan u niet zeker bent dat ze compatibel zijn met
de materialen gebruikt voor de machine;
- zeewater of water met een hoog zoutgehalte;
- brandstoffen en smeermiddelen allerhande;
- ontvlambare vloeistoffen of vloeibare gassen;
- vloeistoffen bestemd als voeding;
- oplos- en verdunningsmiddelen allerhande;
- verven allerhande;
- vloeistoffen bij temperaturen boven 40° C of onder 5° C;
- vloeistoffen die granulaten bevatten of solide deeltjes in suspensie.
* De machine mag niet worden gebruikt om mensen, dieren, elektrische toestellen onder
spanning, delicate voorwerpen of de machine zelf te wassen.
* De toebehoren (standaard en optionele) die worden gebruikt met de machine moeten van
een type zijn dat is goedgekeurd door de fabrikant.
* De machine is niet geschikt voor het gebruik:
- in een omgeving waarin bijzondere omstandigheden gelden, bijvoorbeeld corrosieve of
explosieve atmosferen;
- in een gesloten omgeving, indien uitgerust met een verbrandingsmotor.
* Voor het gebruik aan boord van voertuigen, schepen of vliegtuigen, wendt u zich tot het
technische servicecentrum van de fabrikant, want in dat geval kunnen bijkomende
voorschriften gelden.
Elk ander gebruik wordt beschouwd als ongeschikt.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af voor eventuele schade die wordt veroorzaakt
door oneigenlijk of onjuist gebruik.
4. WERKING
4.1 VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
OPGELET
* Controleer dat alle opstuwingen gesloten zijn of aangesloten aan gebruiksinrichtingen in
gesloten stand (bijvoorbeeld kraan (36) gesloten of sproeilans in gesloten stand).
* Controleer dat alle haken (34) op de bedieningsgroep correct zijn ingestoken. Besteed
bijzondere aandacht aan bedieningsgroepen die zijn bevestigd op de pomp met behulp van
een haak.
* Controleer dat de beugels waarmee de buizen op de respectievelijke koppelingen zijn
bevestigd, goed zijn aangetrokken.
Advertenties
Inhoudsopgave
