Timer
De kookplaat moet ingeschakeld zijn als
u de timer wilt gebruiken.
U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut
(:) en 9 uur en 59 minuten (:).
Tijden tot 59 minuten stelt u in minuten
in (0:59), tijden vanaf 60 minuten in uren
en minuten. De tijden worden ingevoerd
in de volgorde "uren", "minuten" (tiental)
en "minuten" (rechter cijfer). De tijden
worden via de cijferreeks in het bedie-
ningspaneel ingevoerd en kunnen met
sensortoets + aangepast worden.
Voorbeeld:
59 minuten = 0:59, invoer: 5-9
80 minuten = 1:20, invoer: 1-2-0
Nadat het eerste cijfer is ingevoerd,
brandt het timerdisplay statisch. Na in-
voer van het tweede cijfer springt het
eerste cijfer naar links. Na invoer van
het derde cijfer springen het eerste en
tweede cijfer naar links.
U kunt de timer voor twee functies ge-
bruiken:
– voor het instellen van een kookwek-
kertijd ()
– voor het automatisch uitschakelen
van een kookzone ().
34
U kunt de functies tegelijk gebruiken.
Getoond wordt altijd de kortste tijd en
sensortoets (kookwekker) of (au-
tomatisch uitschakelen) knippert.
Wanneer u de op de achtergrond aflo-
pende resttijden wilt weergeven, raakt u
sensortoets of van de gewenste
kookzone aan.
Kookwekker
Kookwekkertijd instellen
Raak sensortoets aan.
Het timerdisplay begint te knipperen.
Stel de gewenste tijd in.
Kookwekkertijd wijzigen
Raak sensortoets aan.
Stel de gewenste tijd in.
Kookwekkertijd wissen
Raak sensortoets zo vaak aan tot-
dat in het timerdisplay 0:00 verschijnt.