Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Drukontlastingsprocedure
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN APPARATUUR ONDER DRUK
De druk in het systeem moet handmatig worden vrij-
gegeven om de voorkomen dat het per ongeluk start
of begint te spuiten. Om het risico te verminderen van
letsel door het per ongeluk spuiten van het pistool,
spattend materiaal, of bewegende delen, moet u
steeds de Drukontlastingsprocedure uitvoeren
wanneer u:
D leest dat de druk moet worden ontlast,
D ophoudt met spuiten,
D het systeem of een deel van het apparaat nakijkt
of er onderhoud aan pleegt,
D of spuitmonden installeert of reinigt.
1.
Sluit de luchttoevoer naar de pomp af.
2.
Draai de hoofdontlastkraan (vereist in uw systeem) dicht.
3.
Houd een metalen deel van de afgiftekraan stevig tegen
een metalen vat en trek aan de trekker om te druk vrij te
geven.
4.
Houd een vat klaar om aftapmateriaal op te vangen
en open het materiaalaftapkraan (moet in uw systeem
geïnstalleerd zijn), om alle druk te ontlasten.
5.
Laat de aftapkraan open staan, zolang u niet opnieuw
gaat spuiten.
Als u vermoedt dat de tuit of de slang verstopt is, of dat
de druk niet volledig ontlast is na het uitvoeren van boven-
genoemde stappen, draai dan heel langzaam de slang-
koppeling iets los en laat de druk geleidelijk ontsnappen.
Draai de koppeling daarna pas geheel los. Verwijder dan
de verstopping uit de tuit of de slang.
Voor het eerste gebruik de pomp doorspoelen
De pomp is getest met lichte olie, die in de pomp is gebleven
om de onderdelen te beschermen. Om vervuiling te voorkomen
van het materiaal dat u gaat verpompen, moet de pomp voor
eerste gebruik worden gespoeld met een geschikt oplosmiddel.
8
307427

Bediening

Om de pomp te spoelen verbindt u een korte slang met
de pompuitlaat en houdt de pompinlaat in een emmer
met geschikt oplosmiddel. Richt de slang in een emmer
en start de pomp zoals hieronder is uitgelegd.
Laat de pomp minstens 5 minuten lopen, stop dan de pomp
en koppel de luchtslang af. Duw de kogel van de inlaatklep
(N) omhoog om het onderste deel van de pomp te laten
leeglopen. Zie Afb. 4. Draai de pomp om teneinde ook het
bovenste deel leeg te laten lopen.
Afb. 4
De pomp starten en afstellen
Voer, terwijl de luchtregelklep (K) of de luchtregelklep (CC)
nog gesloten blijft, perslucht toe via de luchtleidingskoppeling
(L). Zie Afb. 3 of 5. Let op dat alle afgiftekranen open staan.
Open geleidelijk de luchtregelklep (K) of het reduceerventiel
(CC) totdat de pomp loopt met 5 tot 20 slagen per minuut.
De pomp zelf is met enkele slagen al gevuld. In een groot
systeem kan het echter meerdere minuten duren om alle
leidingen te vullen. Zodra het hele systeem gevuld is, kan
met de regelklep of het reduceerventiel de pompsnelheid
(aantal slagen per minuut) geregeld worden. Gebruik altijd
de laagste druk die voldoende is om het vereiste resultaat
te verkrijgen.
Bij gebruik voor doorvoer- of aanvoertoepassingen zonder
afgiftekraan zal de pomp gaan lopen zodra lucht wordt toe-
gevoerd.
Stilzetten van de pomp
Om het risico van ernstig letsel te verminderen moet u
elke keer als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten
de Drukontlastingsprocedure links volgen.
1.
Koppel de luchtleidingskoppeling (L) los.
2.
Ontlast de druk.
WAARSCHUWING
N
03765

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fast-flo 03783

Inhoudsopgave