Systeemonderdelen
Zie Afb. 2 en het hoofdstuk Toebehoren.
OPMERKING: Om de beste pompprestaties te krijgen moeten
alle toebehoren de juiste maten hebben.
De meeste modellen hebben aan de pomp inlaat een luch-
tregelklep(K) met naald. Model 226951 heeft daarentegen
een luchtregelklep (CC) (zie Afb. 3). Alle modellen zijn voorzien
van een snelkoppeling (L) voor de luchtleiding, voor de
verbinding van de luchtleiding aan pomp en toebehoren.
WAARSCHUWING
Een zelfontlastende luchtkraan (D) en een materiaal-
aftapkraan (G) moeten in uw systeem zijn aangebracht
om het risico te verminderen van ernstige verwonding,
zoals door vloeistofspatten in de ogen of op de huid,
of verwonding door bewegende delen bij het instellen
of repareren van de pomp.
De zelfontlastende kraan (D) laat lucht ontsnappen die
opgesloten is blijven zitten tussen dit ventiel en de pomp,
nadat de pomp stilgezet is. Opgesloten lucht kan de
pomp onverwachts aan het lopen brengen, wat kan
resulteren in ernstige verwondingen, waaronder amputatie.
Plaats de kraan dicht de pomp.
De materiaalaftapkraan (G) helpt de druk te ontlasten in
de verdringerpomp, de slang en de afgiftekraan, na het
stilzetten van de pomp. Het openen van de afgiftekraan
om de druk te ontlasten is soms niet voldoende, vooral
niet als er een verstopping in de slang of in de afgiftekraan
zit.
Plaats voor automatische smering van de luchtmotor een
olienevelaar (C) stroomafwaarts van de luchtregelklep (indien
aanwezig) en alle ander toebehoren. Installeer een zelfont-
lastende luchtkraan (D) dicht bij de pomp. Plaats vervolgens
de luchtregelklep (CC), indien het pompmodel hiermee uit-
gevoerd is. Breng een luchtfilter (E) aan, stroomopwaarts van
alle toebehoren, om schadelijk vuil en vocht uit de aange-
voerde perslucht te verwijderen.
Sluit, zo nodig via een passende verloopnippel, de manne-
lijke pinfitting (J) aan op de inlaat van het luchtfilter. Sluit de
snelkoppeling (L) aan de luchtslang (F) aan, maar verbind
de koppeling nog niet met de pinfitting.
Sluit een elektrisch geleidende materiaalslang (N) aan op
de 3/4 npt(i) materiaaluitlaat.
Installatie
Alleen model 226951
Schuif zonder te forceren de zuigbuis van de pomp uit,
steek de pomp in het gat van het vat of de tank en schroef
de vataansluiting (B) stevig in het gat vast. Licht de pomp
ongeveer 13 mm (0,5 inch) op en draai dan de schroef van
de vataansluiting (B) aan om de pomp vast te houden. Maak
de ontluchtingsplug (A) los. Zie Afb. 2.
Om beschadiging van de o-ring-afdichting in de zuigbuis
te voorkomen mag het uitschuiven van de zuigbuis niet
met te veel kracht gebeuren.
Alle andere modellen
Zie Afb. 2 en de bevestigingstoebehoren op blz. 35 voor
manieren om de pomp te bevestigen.
B
Afb. 3
VOORZICHTIG
Afgebeeld
model: 226951
CC
J
L
03763
307427
7