1. Overzicht van het apparaat
Netwerkinstellingen configureren
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de netwerkinstellingen moet configureren.
• De instellingen voor Ethernet en draadloos LAN kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld.
De IP-adresinstellingen met de Smart Organizing Monitor configureren
De stappen om de netwerkinstellingen te configureren variëren afhankelijk van of de informatie over het
IP-adres automatisch door het netwerk (DHCP) wordt toegewezen of dat dit handmatig gebeurt.
• Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie over het configureren van het IPv4-
adres.
• Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Pag. 63 "De Smart
Organizing Monitor gebruiken".
Automatisch een IPv6-adres ophalen
• Alleen met een DHCP-server op het netwerk kan het apparaat automatisch een IPv6-adres krijgen.
1.
Klik in het [Start]-menu op [Alle programma's].
2.
Klik op [Smart Organizing Monitor for SP xxx Series].
3.
Klik op [Smart Organizing Monitor Status].
Als het apparaat dat u gebruikt niet is geselecteerd, klik dan op [Printer verbinden] en selecteer
vervolgens het apparaatmodel.
4.
Klik op het tabblad [Gebr.tools].
5.
Klik op [Printerconfiguratie].
6.
Voer de toegangscode in en klik vervolgens op [OK].
De standaardtoegangscode is "Admin". Voer "Admin" in als u dit niet heeft gewijzigd. Dit is
hoofdlettergevoelig.
7.
Klik op het tabblad [IPv6].
8.
Selecteer [Inschakelen] in [IPv6 DHCP:].
9.
Selecteer [Inschakelen] in [IPv6:] en klik vervolgens op [OK].
10.
Klik op [Afsl.].
18