9. Controleer op terugbloeding
Verwijder de spuit uit de spuitaandrijver als u met behulp van de FREEDOM60 hebt voorgevuld.
Controleer als de medisch zorgverlener dat heeft voorgeschreven op terugbloeding door de spuitzuiger
voorzichtig naar achteren te trekken. Zorg dat u geen rood/roze ziet in de slang bij uw locaties.
Als er terugbloeding is en de medisch zorgverlener dat heeft voorgeschreven, klemt u de slang
naar de naaldlocatie(s) af of verwijdert u alle naalden, plaatst u een nieuwe naaldset en begint u
opnieuw vanaf stap 5.
Beginnen en beëindigen van het infuus:
1
2
Bij gebruik van meerdere spuiten: Zet de spuitaandrijver UIT en breng de zwarte lip terug naar
het einde van zijn baan als de eerste spuit is geleegd. Haal de spuit uit de spuitaandrijver en
koppel hem los van de slang. Sluit de volgende set met toepassing van aseptische technieken aan
op het uiteinde van de Precision-slangset met de Luer-schijf. Plaats de gereedgemaakte spuit in
de spuitaandrijver. Zet de spuitaandrijver AAN om het infuus te hervatten. Herhaal dit totdat de
totale dosis is toegediend.
ON
OFF
11. Zet UIT en draai terug
Als de spuit helemaal leeg is en de volledige
dosis is toegediend, zet u de spuitaandrijver
UIT. Draai aan de grote knop totdat de
zwarte lip aan het einde van zijn baan staat.
13. Verwijder de spuit en
maak de locaties schoon
Trek de spuit terug uit de neus
van de spuitaandrijver en
verwijder hem. Maak zo nodig
elke locatie schoon en breng hier
verband op aan.
ON
OFF
10. Begin met infunderen
Plaats de spuit met de maatstrepen omhoog terug
in de spuitaandrijver. Zet de spuitaandrijver AAN.
Controleer regelmatig of de spuitaandrijver goed
werkt, door te kijken of de spuitzuiger beweegt.
12. Verwijder de naald(en)
Houd de naald op zijn plaats en trek het
zelfklevende verband los. Verwijder de naald
met een rechte beweging in omgekeerde
richting waarmee u deze hebt ingebracht.
Gebruik de beschermfunctie door de vleugels
over de naald samen te vouwen.
14. Gooi de scherpe voorwerpen weg
en maak schoon
Gooi alle scherpe voorwerpen en benodigdheden weg
volgens de aanwijzingen van de medisch zorgverlener.
Verwijder al het zichtbare vuil zo snel mogelijk na gebruik
van het instrument. Reiniging moet zo snel mogelijk na
gebruik van het instrument plaatsvinden, en vertragingen
tussen de stappen moeten worden vermeden. Zie
pagina 11 voor complete reinigingsinstructies.
7
SC