Stapsgewijze instructies voor subcutane (SC) en
intraveneuze (IV) toediening
De medisch zorgverlener selecteert het geneesmiddel en de
infusiebenodigdheden die de patiënt dient te gebruiken, en geeft de patiënt
en/of zorgverlener dan uitleg over het infusieproces. Patiënten kunnen de
infusiebenodigdheden niet selecteren maar kunnen het geneesmiddel wel zelf
toedienen nadat een gediplomeerd medisch zorgverlener heeft bevestigd dat zij
daartoe in staat zijn.
Testen van de FreedomEdge® spuitaandrijver:
De FreedomEdge spuitaandrijver moet vóór het toedienen altijd
worden getest.
1. Inspecteer de binnenkant op afwezigheid van vuil en beschadiging.
2. Zorg dat de oranje spuitlocator vrij kan bewegen door hem met
uw vinger in de sleuf omhoog en omlaag te schuiven.
Stapsgewijze instructies voor subcutane toediening
Voorafgaand aan subcutane zelftoediening moet de patiënt en/of zorgverlener worden
onderricht in correct gebruik door een daartoe bevoegde medisch zorgverlener.
Het geneesmiddel kan in een flacon of voorgevulde spuit worden bewaard. Medisch
zorgverleners lichten patiënten en zorgverleners voor in het correct werken met het
geneesmiddel.
Voorbereidingen voor infusie:
1. Pak de
benodigdheden
en reinig deze
Reinig het
werkoppervlak
voor het infuus met
antiseptische doekjes
of een desinfecterende
oplossing. Was uw
handen zorgvuldig.
Leg de benodigdheden
klaar.
Luer-schijf
2. Controleer de flowslang
en naalden
Controleer of u de juiste Precision
Flow Rate Tubing en HIgH-Flo Needle
Sets gebruikt zoals voorgeschreven
door uw medisch zorgverlener.
Inspecteer de slang en naaldsets op
eventuele schade. Vervang in geval
van beschadiging en neem in dat
geval tevens contact op met uw
medisch zorgverlener.
4. Sluit de flowslang en naaldset aan
Verwijder de steriele doppen van de uiteinden van de Precision Flow
Rate Tubing-set en de HIgH-Flo subcutane-naaldset en sluit de uiteinden
aan, ervoor zorgend dat u ze niet verontreinigt.
Verwijder de dop van het uiteinde met de Luer-schijf op de flowslangset
met aseptische technieken en sluit de slang aan op de spuit.
3. Maak de spuit(en) gereed
Zorg dat het geneesmiddel op
kamertemperatuur (20 - 25 °C) is.
Raadpleeg de aanwijzingen van
de fabrikant van het geneesmiddel
of vraag uw medisch zorgverlener
u uitleg te geven over het
vullen. Ga bij gebruik van een
voorgevulde spuit naar stap 4.
Vul bij gebruik van flacons de BD®
20ml- of 30ml-spuit(en) met de
vereiste dosis.
5
SC